Nu
het euthanasiedebat door het gemeenschappelijke wetsvoorstel van de
meerderheidspartijen in een stroomversnelling is gekomen, klinken uit
verschillende hoeken verontruste reacties. De stem van de burgerlijke
maatschappij is in deze belangrijk, want dit delicate debat, dat
cruciaal is voor de toekomst van onze maatschappij, wordt al te
gemakkelijk louter als salonpolitiek en los van de realiteit gevoerd.
Als Sint-Egidiusgemeenschap willen we ons aansluiten bij al diegenen die
bezorgd zijn over het huidige wetsvoorstel, dat euthanasie in bepaalde
gevallen wettelijk wil toelaten. Meer bepaald vindt onze bezorgdheid
haar oorsprong in onze dagelijkse inzet voor eenzame, zieke en arme
bejaarden. De volgende vijf bemerkingen willen aantonen dat de
euthanasiewet voorbij gaat aan de mogelijk negatieve gevolgen voor deze
kwetsbare bevolkingsgroep.
-
Veel
ouderen vragen zich af of hun leven nog zin heeft, zeker wanneer ze
ziek of minder valied worden. "Was ik maar dood" of
"dat ze mij maar snel komen halen" zijn veel gehoorde
uitlatingen. Het is onze ervaring dat deze woorden veel meer een
verlangen naar zin, menselijke nabijheid en liefde uitdrukken dan
wel een verlangen naar de dood. Duizenden bejaarden zagen wij
heropleven wanneer zij een menselijk antwoord vonden op deze vraag.
De kwetsbaarheid op economisch, sociaal, fysiek en geestelijk vlak
van een oudere is in de eerste plaats een appel aan de menselijkheid
van de samenleving. Een euthanasiewet dreigt ons uiteindelijk
collectief te ontslaan van de verantwoordelijkheid tot solidariteit
met de zieken en de ouderen.
-
De
indieners van het wetsvoorstel gaan uit van de vrije wil van diegene
die euthanasie aanvraagt. In tal van situaties is deze vrijheid
echter een illusie. Hoe vrij is iemand die aan zijn bed gekluisterd
is en aanvoelt dat zijn omgeving op zijn dood zit te wachten? De
angst om een last te zijn voor de anderen is nu al groot. Hoe lang
kan men weerstaan aan de psychische druk om de fatale vraag te
formuleren? Alleen al het feit dat de mogelijkheid voor euthanasie
wettelijk bestaat, zadelt de zieke op met een keuzemogelijkheid, die
hem nog brozer maakt. De wetswijziging doet meer dan het legaliseren
van bestaande situaties, want ze kan het idee om toch maar
euthanasie aan te vragen stimuleren.
-
Een
euthanasiewet ondermijnt de verhouding tussen pati�nt en arts. De
vertrouwensrelatie is nochtans voor beide partijen fundamenteel.
Voor ouderen die niet van nabij gevolgd worden door familie of
vrienden, is ze vaak zelfs de enige relatie met de buitenwereld.
Wanneer de stem van de arts niet enkel beslissend is voor het leven
maar ook voor de dood, zullen veel ouderen geneigd zijn zelfs hun
arts niet meer te vertrouwen. Het is dan ook begrijpelijk dat tal
van artsen niet opgezet zijn met dit wetsvoorstel, dat hen voor een
verpletterende verantwoordelijkheid plaatst.
-
De
vraag naar euthanasie wordt in de praktijk meer geformuleerd door
familieleden en bekenden van de zieke, en gewoonlijk niet door
diegenen die de intiemste band met de zieke hebben. We zijn zo
gehecht geraakt aan het ideaalbeeld van een gezonde en sterke mens,
dat de confrontatie met de ziekte of de zwakte van een ander al gauw
als ondraaglijk ervaren wordt. Het gevoel van
"ondraaglijkheid" van het lijden zit soms meer bij de
anderen dan bij de zieke zelf. Nochtans is de laatste levensfase een
moment van toenadering tussen de zieke en de omgeving. De naderende
dood stemt beide partijen niet zelden milder. De leden van de
Sint-Egidiusgemeenschap zijn meer dan eens getuigen van de diepe
menselijkheid die met het levenseinde gepaard gaat. Hoeveel keer
gebeurt het dat familieleden tijdens het stervensproces vragen of
het niet beter zou zijn er een eind aan te maken, terwijl ze
achteraf blij zijn dat ze dat niet gedaan hebben? Die keren dat men
toch bewust het leven verkort, worden de familieleden vaak
achtervolgd door een begrijpelijk gevoel van wroeging.
-
Een
laatste opmerking heeft vooral betrekking op de ouderen die in
armoede leven, volgens recente gegevens ��n op zeven. Met de
bescherming van deze groep is het nu al vaak slecht gesteld. Door
hun economische zwakte kunnen ze niet altijd beschikken over de
medische zorgen die nodig zijn. En wat als er al gauw tienduizenden
franken per maand kunnen bespaard worden door een leven voortijdig
te be�indigen? In een maatschappij waar het financi�le belang hoe
langer hoe meer de doorslag geeft, is dat geen denkbeeldig gevaar.
De wettelijke mogelijkheid van euthanasie zal de kwetsbaarheid van
de armste bejaarden alleen maar vergroten.
De
Sint-Egidiusgemeenschap zet zich alle dagen in om het leven van de
ouderen te valoriseren en met zin te vervullen. Daarbij kunnen we
rekenen op de medewerking van vele professionele en vrijwillige krachten
van allerlei gezindheden. Deze synergie is noodzakelijk om de
waardigheid van elk menselijk leven te verzekeren, hoe zwak het ook is.
Wij ervaren deze wet dan ook als een kaakslag voor onze
gemeenschappelijke inzet. Als christenen zijn wij er bovendien van
overtuigd dat in de ecologie van het maatschappelijke leven ook
dementen, zieken en minder-valieden een waardevolle plaats innemen.
Natuurlijk moet het lijden bestreden worden, maar onvermijdelijk maakt
dit lijden deel uit van de condition humaine. Deze overtuiging is niet
eigen aan de christenen alleen. In De ouderdom stelt Simone de Beauvoir
met veel fijnheid dat het lot van de bejaarden een graadmeter is voor de
beschavingsgraad van een maatschappij. In onze samenleving hebben velen
het gevoel op een mensonwaardige manier oud te worden omdat hun leven
onvoldoende met tederheid, liefde en respect omringd wordt. Onafgezien
van alle andere bezwaren van juridische, medische of ethische aard,
vrezen wij dat de wettelijke opening naar euthanasie de noodzakelijke
solidariteit tussen de generaties en tussen gezonden en zieken nog
verder zal uithollen. Het leven van de zwakste ouderen heeft meer
bescherming nodig, niet minder.
Hilde Kieboom
Voorzitter van de Sint-Egidiusgemeenschap
|