Comunità di S.Egidio


 

HET BELANG VAN LINBURG

5 maart 2000

De ellende van Eline

 

Chokwe is weg. Het hele dorp. Van Xai-Xai, een stad met 130.000 inwoners, is er geen nieuws meer. Allemaal weg, allemaal ellende, allemaal Eline, de cycloon die na overvloedige regens haar verwoestende werk deed. Plots werd Mozambique wereldnieuws, kreeg Maputo een plaats op de wereldkaart en de president van de vroeger Portugese kolonie een naam Chissano. De man die een wanhopige oproep deed aan de wereld om zijn land van de verdrinkingsdood te redden.

 

Dat was deze week. En volgende week brandt het elders en wordt Mozambique opnieuw anoniem. De Limpopo-rivier zal even snel uit het collectieve geheugen wegglijden als hij erin geraakte. Ja, de zwartjes in de bomen en op de daken maken nog een kans voor de foto van het jaar. Of de baby Rositha die in een boom geboren werd. En dan niks meer. �Ik lees dat het land 10 of 20 jaar achteruit geslagen is. Dat de gevolgen van deze ramp erger zijn dan die van 16 jaar burgeroorlog. Ik weet het niet.� Volgens Jan De Volder, lid van de Sint-Egidiusgemeenschap in Antwerpen, is het in ieder geval goed dat de Belgische regering door het bezoek van Eddy Boutmans een teken van erkenning geeft. You can�t hurry Africa, wordt gezegd, maar deze week was er geen tijd te verliezen.

 

 

A luta continua, de strijd gaat voort, was jarenlang de leuze van het Frelimo. Het lijkt de pijnlijke realiteit van Mozambique. De beelden waren deze week op z�n zachtst gezegd shockerend. Weerloze mensen die in bomen en op daken waren gevlucht, wachtend op hulp van ��n van de Zuid-Afrikaanse helikopters. Een baby werd geboren in een boom. Stilaan druppelden de eerste cijfers binnen.  Een ramp voor een land dat tot 1975 een kolonie was van Portugal, 24 keer zo groot is als Belgi� en bijna 19 miljoen inwoners zou tellen.  �Dat de gevolgen zo erg zijn, heeft natuurlijk veel te maken met de gebrekkige infrastructuur in het land,� aldus Jan De Volder, die zelf twee keer in Mozambique was.  �Er zijn nauwelijks dijken, 70 procent van de bevolking leeft in hutten, de schade moet zeer groot zijn.  De oogst is helemaal weg, op korte termijn zal er een acuut gebrek zijn aan zaaigoed wat dan weer op lange termijn zware gevolgen zal hebben.  Alle verbindingen die verbroken waren door de oorlog en nadien heropgebouwd, zijn opnieuw verwoest.�

 

Chissano

Voor een land dat per definitie straatarm is, was wat gebeurde een ramp.  Vooral omdat Mozambique sinds het einde van de burgeroorlog en het vredesakkoord de Beste Leerling van het Afrikaanse Klasje was.   ï¿½Sinds �92 is Mozambique een politiek heel stabiel land,� zegt Jan De Volder.  �Een toonbeeld van stabiliteit en democratie in Afrika eigenlijk.  In �94 en �99 waren er presidentsverkiezingen, telkens gewonnen door Chissano.  Ook al behaalde hij de laatste keer een zeer krappe meerderheid, de oppositie van Renamo accepteert het en blijft een politieke oppositie voeren.  Dat is knap voor wat vroeger een groepje ongeregeld was dat in de bush vocht.  Eigenlijk is Mozambique ook voor de UNO de meest geslaagde operatie geweest.�

Zelfs economisch boekte Chissano, alle omstandigheden in acht genomen, vrij goede resultaten.  �Chissano was minister van buitenlandse zaken onder Samoro Machel, de later verongelukte president.  Zijn weduwe Gra�a is nu de vrouw van Nelson Mandela, Chissano volgde hem op en schoolde de oude dogmatische marxistische partij helemaal om.  Het laatste jaar kende de economie van Mozambique een groei van 10 procent.  President Clinton loofde het land daarom nog vorige maand als �snelst groeiende economie ter wereld�.  In vergelijking met andere Afrikaanse landen deed het land het zeer goed in het Internationaal Muntfonds.  Wat natuurlijk niet betekent dat er euforisch moet gedaan worden.  Van 0 naar 10 procent stijgen, is nog altijd niks.  Mozambique is nog altijd straatarm, heeft nog altijd een kindersterfte van 114 op 1000.  Macro-economisch mag het dan goed gaan, vooral in de regio rond hoofdstad Maputo, de bevolking zelf voelt daar nog altijd niet zo heel veel van.�

�De landbouw, vooral katoen en suiker, is heel belangrijk.  En er zijn de laatste jaren nogal wat buitenlandse investeringen geweest.  Landen als Frankrijk, maar ook Zuid-Afrika, investeerden in de aluminium-ontgining.  Mozambique is ook een waterrijk land, wat nu natuurlijk heel cynisch klinkt.  Maar er zijn mogelijkheden met waterkrachtcentrales.  Eigenlijk is het een wonder dat je ginder zoveel kan doen met zo weinig middelen.�

Sint-Egidius

De Volder was zelf tweemaal in Mozambique.  Een wondermooi land, zegt hij, vooral qua natuur.  En met blije mensen.  �In Maputo beginnen de eerste moderne hotels te komen.  In de grond steekt er niet veel, maar toerisme is een mogelijke bron van inkomsten.  Al blijven het nog altijd voor een deel avonturiers die het land ontdekken, de meeste toeristen gaan liever naar landen waar er bijvoorbeeld geen problemen met malaria zijn.  Maar het land kan eigenlijk alleen maar een toeristische toekomst hebben.  In de jaren �70 bestond er trouwens zo�n liedje: The beaches of Mozambique.�

Volgens Artsen zonder Grenzen staat Mozambique in de top 10 van de under reported probleemgebieden.  Dat er eind �98 een cholera-epidemie uitbrak, haalde amper het nieuws.  De Sint-Egidiusgemeenschap had het stijgend toerisme niet nodig om Mozambique op de wereldkaart te plaatsen.  Deze geloofsgemeenschap ontstond eind jaren �60, na het tweede Vaticaans concilie.  Onder impuls van (nog altijd huidig voorzitter) Andrea Riccardi, begonnen jongeren in het Sant� Egidio kerkje in Rome het evangelie te lezen.  Nog altijd zijn het vooral jongeren die zich bij de gemeenschap aansluiten.  Internationaal, in 35 landen, zeker 35.000.  In Belgi� zo�n 800.  � Vanuit het evangelie proberen we spiritualiteit en concrete actie aan mekaar te linken.�  In het binnenland met projecten voor kansarme jongeren in migrantenwijken, ook in Genk, met Kamiano, een restaurant voor daklozen en met projecten voor bejaarden.  En in het buitenland met vooral Albani�, Guin�e-Bissau en dus ook Mozambique als belangrijkste aandachtsgebieden.  �Toevallig allemaal landen waar we maatschappelijk-politiek een rol van verzoening hebben gespeeld.  In Albani� loopt al lang een project van gezondheidszorg, zo hebben we bijvoorbeeld al heel lang een veldhospitaal in Kukes.  Tot 24 maar vorig jaar had nog nooit iemand van die plaats gehoord, maar toen plots iedereen daar op afstormde waren wij er al actief.�

 

Vrede

Met Mozambique ging dat zo.  �Tijdens de burgeroorlog was de bisschop Jaime Gon�alvez van Beira, een grote havenstad, te gast op de hoofdzetel van onze beweging in Rome en hij vertelde over de problemen van zijn land.  De zeer bloedige oorlog leek uitzichtloos.  Op de vraag wat we konden doen, was hij heel kort: Je kan niets doen.  Alleen bidden en studeren.  Dat is men beginnen doen, toen begin de jaren �80 de hongersnood uitbrak is de eerste voedselhulp met vliegtuigen en boten naar ginder vertrokken en meteen werd duidelijk dat hulp niet volstond in dat corrupte land.  H�t probleem was de oorlog.  Onze beweging heeft toen contact opgenomen met rebellen van Renamo en met regeringspartij Frelimo.  En na heel moeilijke onderhandelingen, is er een vredesakkoord gekomen.�

 

Dat werkte.  In tegenstelling tot Angola, ook een gewezen Portugese kolonie, legden Frelimo en Renamo de wapens neer en zochten naar een politieke en menselijke toekomst voor Mozambique.  �Angola is een rijk land, Mozambique is straatarm.  Dat is al een groot verschil.  Bovendien was het uitgewerkt akkoord heel degelijk.  Het voorzag bijvoorbeeld in de integratie van beide legers.  Het feit dat de media er zich niet voor interesseerden, zorgde er ook voor dat er geduld was.  Als er al eens iets misliep, zaten de media er niet meteen bovenop.�

 

Anders dan in veel andere Afrikaanse landen, is er van stammentwisten of religieuze oorlogen geen sprake.  �Die stammen zijn er ook, net als de spanningen, maar er leeft een zeer groot natiegevoel.  Een groot deel is katholiek, een ander groot deel protestant en in het noorden is er een toenemende islamisering.  En toch is er een groot samenhorigheidsgevoel waardoor dat allemaal vrij vlekkeloos verloopt.  Ik denk dat de mensen moed geput hebben uit het vredesakkoord. Na 16 jaar burgeroorlog zat je met een generatie die eigenlijk niets anders dan die oorlog gekend had, en men was dat beu.  De vreugde om de vrede was enorm, het akkoord was een gezamenlijk project en men had hoop op een nationale toekomst.  Eigenlijk zie je in Mozambique hoe geweldig de vrede kan zijn.� 

 

Landmijnen

Wat deze week gebeurde in Mozambique lijkt alle inspanningen van de jongste jaren in ��n klap letterlijk weggeveegd te hebben.  De aandacht is bijgevolg enorm.  De UNO deed een oproep, de Europese Unie trok wat miljoenen uit, Belgi� stuurde een C130 en beloofde ook voor miljoenen hulp.  Onder de vorige regering behoorde Mozambique in ieder geval niet tot de geprivilegieerde landen.  Nu lijkt er wel een trendbreuk te zijn en de kabinetschef van Eddy Boutmans, Guido Van Hecken, kent het land zeer goed.  Misschien dat er iets verandert.  Maar tot nu toe hebben wij altijd samengewerkt met de Europese Unie en met landen als Itali�, Portugal en Duitsland.  Nooit met Belgi�.� 

�Nu, dat Boutmans naar ginder ging, daarin verdedig ik hem 100 procent.  Men heeft hem verweten een ramptoerist te zijn, maar ik vind zijn reis een vorm van solidariteit.  Het betekent veel voor de publiek opinie, het is een boodschap van hoop op structurele hulp.  Het is makkelijk voor journalisten achter hun computer om dat ramptoerisme te noemen.  En natuurlijk is de media-aandacht van nu maar tijdelijk, maar het is misschien het enige geluk bij het ongeluk.�

Vraag is uiteindelijk, hoe pak je zo�n situatie aan.  Er wordt gezegd dat het land weer 20 jaar in de tijd is teruggeslagen.  Bovendien is ��n van de bijkomende problemen dat landmijnen zouden komen bovendrijven.

�Mozambique ligt bezaaid met landmijnen.  De voorbije jaren is met de UNO een ontmijningsprogramma opgezet, maar dat verloopt zeer moeizaam en heel traag.  Er zijn nog hele gebieden die niet ontmijnd zijn.  Als dat klopt dat ze nu naar boven komen, kan dat een bijkomende ramp zijn.  Men zegt inderdaad dat het land nu 10 of 20 jaar achteruit is geslagen en dat de gevolgen zwaarder zouden zijn dan 16 jaar burgeroorlog.  Ik weet het niet.  Wat nu van belang is, is noodhulp, voedselhulp en zaaigoed.  Met de steun van de Europese Unie zouden we daarover een project opzetten.  En medische hulp natuurlijk: malaria en cholera dreigen.  Concreet hebben wij nu al een plan om een vernielde wijk van Maputo, Polana-Cani�o, helemaal her op te bouwen.  Dat is een hele arme stadswijk waar wij heel actief waren en die helemaal vernield schijnt te zijn.  Vanuit Itali� zijn al mensen naar het gebied vertrokken, we hebben in Mozambique trouwens 1000 vrijwilligers zitten.  Nadien gaan we vooral werken op middellange termijn.  Dat betekent de volgende weken en maanden als de grote internationale aandacht weg zal zijn.�

 

Storten voor Mozambique kan op rekeningnummer 409-8563761-63 van de Sint-Egidiusgemeenschap met vermelding �Hulpactie Mozambique�.  Ook het Rode Kruis doet een beroep op uw gift.  Storten op 000-0000025-25 met vermelding �Mozambique�.  Zelfde vermelding bij Artsen zonder Grenzen op nummer 000-0000060-60.