Comunità di S.Egidio


 

16 juni 2000

Sint-Egidiusgemeenschap
Het begon ooit met Modesta: vies en dronken
Kinderen, bejaarden, migranten of zwervers.
De zorg voor de zwakke, achtergestelde of hulpbehoevende mens loopt als een rode draad door het werk van de ruim dertig jaar oude Sint-Egidiusgemeenschap.
Gedragen door het gebed. Solidariteit en spiritualiteit.
Het KN ging in Rome een kijkje nemen. Daar waar het allemaal begon

 

In de warme zon zitten duizenden kinderen in kleine of grotere groepen te eten, te zingen en soms zelfs te dansen op het grasveld voor de basiliek van Sint-Paulus buiten de muren. Ze zijn allemaal aangesloten of minstens bekend met de jeugdbeweging 'Regenboog' van de Sint-Egidiusgemeenschap. Een professionele cameraploeg moet het gebeuren de wereld insturen en vastleggen voor het nageslacht.

Even later gaat iedereen de kerk in en vult de basiliek zich met prachtige zang en begeleidende trommels. Als de celebranten zich in processie naar het altaar begeven, beginnen de kinderen met doeken te zwaaien in alle kleuren van de regenboog. "Kinderen van verschillende leeftijden, arm en rijk zijn hier samen", zegt ��n van de organisatoren. Ook zigeunerkinderen � in Rome geducht vanwege de soms losse handjes � zijn erbij, soms in felle kleuren gekleed. De kinderen zwaaien dat het een lieve lust is, maar worden opmerkelijk stil als de eucharistieviering begint.

In het teken van het Jubileumjaar heeft de Sint-Egidiusgemeenschap zo'n zevenduizend kinderen weten te verzamelen uit heel Itali� en daarbuiten om door de Heilige Deur te gaan en samen de mis te vieren met ��n van de vele kardinalen die de stad Rome rijk is. Wat betekent dat eigenlijk, door een Heilige Deur gaan? Festa (11) is even stil van deze vraag. Dan komt toch resoluut het antwoord. "Omdat we christenen zijn en kinderen van God." Is dit een uit het hoofd geleerde volzin of is hier psalm 8 in het geding, waar staat: "Kinderen en zuigelingen laat Ge voor U spreken?"

Dienst aan de armen

Dat alle mensen kinderen van God zijn, zonder onderscheid tussen arm en rijk, blank of zwart, laat de Sint-Egidiusgemeenschap vooral zien door in het leven van elke dag de armen en de migranten tot dienst te zijn. Elke woensdag, vrijdag en zaterdag krijgen zo'n slordige anderhalf duizend mensen uit de Eeuwige Stad tussen vier uur 's middags en acht uur 's avonds gratis te eten. "Het is een van de pilaren van onze beweging," zegt Augosto D'Angelo voor de deur van de kantine waar hij de kaartjes in ontvangst neemt die de 'gasten' hebben ontvangen bij de voordeur van de mensa in de wijk Trastevere.

Af en toe geeft Augosto iemand een hand of vraagt hij ge�nteresseerd waar de persoon in kwestie vandaan komt. Maar als iemand zijn kaartje vergeet in te leveren roept hij hem of haar streng toe want regels zijn er niet voor niks. Vriendelijk maar ook heel duidelijk is hij tegen een jonge gast die de indruk maakt flink te gebruiken. Hij zoekt onderdak en wordt doorverwezen naar Maria. Achtduizend vrijwilligers heeft San Egidio alleen in Rome al. Zeshonderd van hen helpen in de mensa. En dat allemaal naast hun gewone betaalde baan in de maatschappij. Overigens heeft de beweging naast de grote groep actieve vrijwilligers ook nog een biddende achterban tot haar beschikking.

Bid en werk

De Sint-Egidiusgemeenschap is begonnen in 1968 in de achterbuurten van Rome waar een groep studenten een meer authentieke beleving van het evangelie zocht en tevens solidariteit met de armen en onderdrukten. Andrea Riccardi (50) is de offici�le stichter.

Intussen is de beweging van San Egidio uitgegroeid tot een kerkelijke beweging met meer dan 15.000 medewerkers en vele vrijwilligers in vijfentwintig verschillende landen. De enige Nederlandstalige stichting ligt in Antwerpen met een 250-tal medewerkers.

Naast het gebed als belangrijkste poot van de beweging en de dienst aan de armen, zet de Sint-Egidiusgemeenschap zich ook in voor de interreligieuze dialoog in de lijn van de eerste interreligieuze gebedsontmoeting in Assisi (1986) op initiatief van paus Johannes Paulus II. Haar talrijke vredesinitiatieven, met als bekendste Mozambique in 1992, wekten internationale belangstelling. (EB)

 

Jong en oud

In de mensa is het een drukte van jewelste. De verantwoordelijke voor de mensa, Francesca Zuccari, laat weten dat er in de elf jaar dat de mensa bestaat 120.000 verschillende mensen hebben gegeten. In de mensa wordt overigens niet gezamenlijk gebeden. Francesca: "Er zijn hier mensen van verschillende geloven. We willen mensen niet dwingen te bidden." Er zijn twee eetzalen, ��n voor de Italianen en ��n voor de migranten. Augosto: "Er ontstonden conflicten toen ze samen aten. De Italianen zijn veelal oudere mensen die de tijd hebben terwijl de migranten vaak jonge arbeiders zijn die snel eten en dan weer weggaan. Bovendien, armen kunnen ook racistisch zijn." In de massa komt Augosto een Indiase vrouw tegen met twee kleine kinderen. "M'n zoontje is ziek," zegt de vrouw met een treurig gezicht. Augosto geeft het kind een aai over de bol en een kusje op het voorhoofd en luistert even naar het verhaal van de vrouw. Ze wordt doorverwezen naar de arts van Egidius en loopt blij door naar de eetzaal. "Op het eind worden de mensen hier echt je vrienden", zegt Augosto.

Brood en water

Op een bankje in de half open met planten begroeide gang vertelt Augosto - tussen de napratende eters - over het ontstaan van dit werk. "Het huis hebben we sinds 1989. Maar al lang daarvoor zijn we begonnen met ons werk voor daklozen. Aan het begin daarvan staat eigenlijk een gebeurtenis, begin jaren tachtig. In het nieuws hoorden we van een oude vrouw, Modesta, die er slecht aan toe was en op station Termini, als dakloze, was doodgegaan omdat een ambulance haar niet had willen meenemen. De reden was dat ze vies was en stonk en luizen om zich heen had. We dachten toen: zoiets kan niet. We zijn toen, als een evangelische dienst, begonnen om een maand lang met brood en water naar het station toe te gaan en met dekens als het koud was. En als mensen ziek waren, probeerden we ze te helpen. Zo is er een vriendschap gegroeid met deze mensen. Daarna is dit huis er gekomen dat we hebben kunnen betalen door middel van een grote collecte. De gemeente Rome betaalt mee aan het eten. Het aantal mensen nam vanaf 1989 snel toe tot ongeveer tweeduizend. Maar sinds de regering de grenzen meer sluit, is dit aantal afgenomen tot anderhalf duizend." Om het begin te gedenken, wordt elk jaar nog een mis gehouden voor Modesta, maar ook alle andere namen van dak- en thuislozen die in de jaren gestorven zijn, worden genoemd. "Ze weten dat wij degene zijn die dicht bij ze staan tot en met het einde. We zijn als een familie voor ze. Hier is een plaats waar er altijd aan hen gedacht zal worden."

Avondgebed

Al dit werk voor de armen wordt echter gedragen door wat Augosto de eerste 'pilaar' van de Sint-Egidiusgemeenschap noemt, namelijk het gebed en het luisteren naar het evangelie. Elke dag om half negen 's avonds worden de vespers gebeden in de Santa Maria di Trastevere, vlakbij het kerkje waar het allemaal begonnen is op het San-Egidioplein, en vlak bij de mensa ook. De huidige kerk waar dagelijks twee- � driehonderd mensen komen bidden is volgens Augosto een historische plek. Franciscus van Assisi zou hier gebeden hebben als hij in Rome logeerde en de eerste verkondigers van het christendom zijn hier Rome binnengetrokken.

Binnen schitteren de moza�eken je tegemoet die samen met de vele kaarsjes de kerk tot een sfeervolle plek van gebed maken. De liederen zijn eenvoudig, soms meerstemmig en de gebeden refereren meer dan eens aan de armen. "Een aantal bezoekers van de mensa komt hier regelmatig bidden," zegt Augosto. Na drie kwartier is de dienst voorbij en volgt er een gezellig geroezemoes van mensen die elkaar goed kennen. "Volgens mij gaat het erom net als Christus lief te hebben," zegt Augosto voor de kerk als een soort samenvatting van het christendom. "Het klinkt misschien wat simpel maar zo eenvoudig is het misschien ook."

Eug�ne Brussee