De vrede na de bloedige burgeroorlog is tien jaar oud. Toch is het Zuid-Afrikaanse Mozambique nog altijd in gevecht. De tegenstanders heten malaria, aids, cholera en tuberculose. Samen vormen ze de �big four� van kindermoordenaars.
Afwisselend te veel en te weinig regen. Het is een van de vele problemen waarmee Mozambique heeft te kampen. Wie kent niet de televisiebeelden van de hulpacties waarmee de wereld twee jaar geleden het land te hulp snelde, toen overstromingen en hevige stormen het zuidelijk deel van dit Afrikaanse land teisterden? Het water trok zich terug maar in de poelen die het achterliet, vormde zich in razendsnel tempo de Anopheles funestus mug, een berucht drager van de malariaparasiet. In het gebied rond de Mozambikaanse hoofdstad Maputo meldden zich in de eerste maanden van dit jaar iedere week vijfduizend pati�nten voor behandeling. Ook de buurlanden Zimbabwe en Swaziland werden geconfronteerd met een snelle stijging van het aantal malariapati�nten. De autoriteiten van dit laatste land zonden meteen een team naar het gebied om de ziekte te bestrijden. Het wapen: DDT, het controversi�le chemische bestrijdingsmiddel waarvan het gebruik in westerse landen verboden is.
In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw verdween malaria uit Zuid-Europa door het spuiten met DDT. Het werd algemeen gebruikt in Afrika gedurende de jaren zeventig. Aangenomen wordt dat DDT in de jaren dat het als bestrijdingsmiddel tegen de malariamug werd ingezet zo�n 500 miljoen mensen het leven heeft gered.
Behalve tegen malaria werd DDT door boeren in de hele wereld gebruikt als pesticide. Het spuiten op grote schaal doodde echter ook vissen en bedreigde hier en daar de vogelstand. En toen verscheen in 1962 het boek Silent Spring van milieuactiviste Rachel Carson. Het publiek leerde van haar dat DDT in moedermelk was gevonden en dat de stof ook andere dieren dan alleen muggen en luizen doodde. Hoewel nooit wetenschappelijk is bewezen dat het middel schadelijk is voor de gezondheid van mensen werd dit alom aangenomen. Sommige Afrikaanse regeringen zijn van mening dat de ecologische risico�s van het gebruik van DDT niet opwegen tegen het gevaar dat malaria een nog dodelijker greep op hun landen krijgt. Zuid-Afrika heeft hierbij het voortouw genomen. De malaria �hitteams� van het Zuid-Afrikaanse Ministerie van Gezondheid verstuiven de chemische substantie over de muren van de hutten in het getroffen gebied en tussen de rieten daken. DDT is goedkoop en het middel garandeert dat een omgeving een jaar lang vrij is van muggen. Maar er zijn ook negatieve effecten. Als de chemische substantie opdroogt, laat het een wit residu op de muren achter. En bovendien activeert het op een of andere manier de aanwezigheid van bedwantsen.
Klamboes
Sinds DDT weer in gebruik is genomen, is het aantal gevallen van malaria in het betreffende gebied enorm gedaald. Maar net over de Zuid-Afrikaanse grens, in Mozambique, is de ziekte nog altijd een tot wanhoop drijvend probleem. Daarom is het verrassend dat in Mozambique geen DDT wordt gebruikt. Dr. Avertino Barreto - hoofd besmettelijke ziekten van het Ministerie van Gezondheid - wijst er in dit verband op dat de omstandigheden in Mozambique het gebruik van DDT tot een risicovolle aangelegenheid maken. �Denk aan de enorme watersnoden van de afgelopen jaren. Je kunt DDT wel alleen voor gebruik binnenshuis inzetten, maar zodra er water in het spel is, komt het spul letterlijk overal terecht.�
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO van de Verenigde Naties kan in bepaalde gebieden malaria in de helft van de gevallen worden voorkomen door gebruik van klamboes ge�mpregneerd met (voor de mens onschadelijke) insecticiden. Helaas slaapt volgens schattingen slechts twee procent van de Afrikaanse kinderen onder dergelijke muggennetten.
In Mozambique is Unicef - het Kinderfonds van de Verenigde Naties - samen met het Ministerie van Volksgezondheid betrokken bij twee grote antimalaria projecten in de provincies Gaza en Zamb�zia. Met hulp van de Amerikaanse (niet-commerci�le) condoomfabrikant PSI worden aan de bevolking ge�mpregneerde muskietennetten verstrekt. Prioriteit nummer ��n hierbij is de hulp aan zwangere vrouwen en aan gezinnen met kinderen onder de vijf jaar. In Gaza zijn tweehonderdduizend netten gratis weggegeven en er worden cursussen georganiseerd over het gebruik en (opnieuw) impregneren van de netten. Er wordt ook aan gewerkt om de netten in tabakswinkeltjes en dergelijke te verkopen, maar dan moet de inkoopprijs ervan zodanig zijn dat het voor de private sector, de handelaren, lonend is. Dit kan alleen als de inkomstenbelasting op netten en insecticide - die nu nog zeer hoog is - op nul wordt gesteld. Een andere mogelijkheid die wordt onderzocht om het hoge sterftecijfer van kinderen door malaria omlaag te brengen, is het tegen een kleine vergoeding beschikbaar stellen van eerstelijnsgeneesmiddelen (chloraquine) in kleine winkels. Verder vinden er in het ziekenhuis van Maputo experimenten plaats met het uit de Chinese heilzame plant Artemisia gewonnen Artesunat. Dit zou, als het wordt ingenomen kort nadat de ziekte zich bij iemand heeft geopenbaard, het ziekteverloop afremmen. Daardoor kunnen mensen tijdig een verzorgingspost of ziekenhuis bereiken om daar met de gangbare middelen te worden behandeld.
Broedplaatsen
Met Maria Albertina Matule - hoofd in de provincie Gaza van het malariaprogramma van de internationale hulporganisatie Save the Children - bezoeken we Aldeia Ndambine 2000, een gemeenschap van mensen die vroeger dicht bij het water woonden, maar voor wie na het natuurgeweld van 2000 een hoger gelegen stuk land voor bewoning geschikt is gemaakt. Dat de armoede in de wereld haar eigen globalisering kent, wordt zichtbaar in de schamele optrekjes van hout, golfplaat, plastic en riet. In de meeste huizen hangen in de duisternis een of twee muskietennetten. Hier schuilt, als de muggen op bloedjacht zijn, een heel gezin onder. Negen personen in een kamer is in een dergelijke situatie heel normaal. De vroegere met riet omheinde latrines, ideale broedplaatsen voor Anopheles, zijn vervangen door stenen gebouwtjes; de waterpomp, met daarop de resten van een Unicef-sticker, levert schoon en helder water. Verder is er een afgesloten vuilstortplaats.
Aspirines
Terwijl het malariaprogramma naar tevredenheid werkt, is het met de overige gezondheidszorg in de gemeenschap beduidend minder gesteld. Er is een Rode-Kruispost, ondergebracht in een oude canvas tent, met ��n gezondheidswerker. Maar deze kan niet meer doen dan mensen hun verhaal laten vertellen, hun wat aspirines geven en naar het streekziekenhuis doorverwijzen. Op hiv, het virus dat aids veroorzaakt, kan men zich daar echter niet laten testen.
Van de ongeveer 19,3 miljoen inwoners die Mozambique telt, is meer dan dertien procent hiv-positief. Wereldwijd zijn veertig miljoen mensen ge�nfecteerd met het hiv-virus. Het is economisch en logistiek gezien ondoenlijk om al deze mensen te helpen en van zorg en medicijnen te voorzien, menen velen. En dus worden hele generaties in met name Afrika als afgeschreven beschouwd, ook door gezondheidswerkers. Het is een wrange conclusie, maar juist, meent Gorik Ooms, een Belgische jurist die als hoofd van de Mozambikaanse missie van Medicins Sans Frontieres in Maputo werkt. �Althans, die neiging is er,� zegt hij. �Maar dat wordt anders als je ieder geval individueel bekijkt. En dan kun je niet opgeven.�
Medicins Sans Frontieres heeft in Maputo dagklinieken, waar zwangere vrouwen en moeders met kinderen worden begeleid en waar opportunistische infecties worden behandeld. Ook kunnen mensen zich er melden voor een hiv-test volgens de �rapid test� methode die na tien, vijftien minuten de uitslag geeft. Geld voor antiretrovirale therapie is er echter (nog) niet. Een �wraakroepende situatie� noemt Gorik Ooms de werkelijkheid waarin de strijd tegen aids moet worden gevoerd. Gorik: �Kinderen sterven jong. En het hoeft niet. Mensen die goed op de medicatie reageren, kunnen in principe �onbeperkt� leven. De behandeling van deze mensen, van de kinderen, kost een tot anderhalve dollar per dag. Maar de wereld vindt dat teveel.�
Pilotproject
Een andere organisatie die in Mozambique actief is in de strijd tegen hiv en aids is Sant'Egidio. Deze katholieke lekenbeweging van vrijwilligers werkt in Mozambique aan een ambitieus pilotproject ter bestrijding van hiv-besmetting en aids. Europese specialisten en vrijwilligers moeten dit project in vijf jaar opzetten, zo is de bedoeling. Het voorziet in de verbetering van de basisgezondheidszorg, investeert in gezondheidseducatie en in de opleiding van personeel ter plaatse dat het project vervolgens zelfstandig kan continueren. Tegelijkertijd is Sant�Egidio begonnen met testen op hiv �n met de behandeling met antiretrovirale middelen. De eerste doelgroepen zijn zwangere vrouwen en bloeddonoren. Sant�Egidio wil per jaar minstens tien- tot twintigduizend tests uitvoeren. Door vervolgens de besmette aanstaande moeders te behandelen, leven deze vrouwen langer en vermindert het aantal ge�nfecteerde pasgeborenen. Wie een moeder redt, schenkt leven aan een hele familie, is de boodschap. Naast de behandeling van hiv en aids voorziet het project in de (ambulante) behandeling van opportunistische infecties als tuberculose, schimmelinfecties en longontsteking en van seksueel overdraagbare aandoeningen. Bijzonder is ook de introductie van thuiszorg. Leden van de gemeenschap bezoeken pati�nten thuis in hun eigen omgeving of halen ze op voor behandeling in het ziekenhuis. Het project wordt geco�rdineerd vanuit de ziekenhuizen van de drie grote steden van Mozambique: Maputo in het zuiden, Beira in het midden van het land en in het noorden Nampula.
We bezoeken met enkele leden van Sant'Egidio - Mozambikanen, Belgen, een Argentijnse en een Italiaan - een klein ziekenhuis in een van de voorsteden van Maputo. De Belgische Kristien Wouters is arts en inmiddels voor de tweede keer in Maputo. Zij doet vandaag met een andere, Mozambikaanse arts de consulten. Behalve volwassenen worden ook kinderen behandeld en/of getest. Zoals Catarina, ogenschijnlijk een gezonde kleuter van drie, vier jaar, tot ze de roze sjaal afdoet die om haar hoofd is gewikkeld. E�n kant van haar hoofd is bedekt met zweren en korsten, en ook naast haar rechteroog is de huid lelijk aangetast. Als de naald in haar arm wordt ingebracht, zijn er vier mensen nodig om het huilende kind in bedwang te houden. In een hoek van de behandelkamer zit een magere man stilletjes voor zich uit te kijken. Over zijn handen speelt zacht het binnenvallende licht. Een straal van hoop?
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door medewerking van NCDO, Duurzame Wereld.
Cornell Evers
|