Tino is vijftien en komt uit Kongo, en zijn nieuwe bomma heet Georgette. �Ze helpt me Nederlands spreken en ik help haar boodschappen doen�. De christelijke organisatie Sint-Egidiusgemeenschap startte in Antwerpen met een uniek project: het bij elkaar brengen van allochtone jongeren en Vlaamse ouderen uit de buurt. De negentigjarige Maria en de vijftienjarige Tino vertellen het verhaal van twee ontroerende vriendschappen, over leeftijds- en raciale grenzen heen.
�Veel jonge migranten in ons land zijn kinderen zonder grootouders�, zegt Jan De Volder, een van de oprichters van de Antwerpse tak van de Sint-Egidiusgemeenschap, een internationale christelijke beweging die ijvert voor vrede en solidariteit. �Want hun grootouders zijn meestal in het land van herkomst blijven wonen, vaak kennen ze hen niet goed. We hebben hier in Antwerpen een werkgroep voor jongeren, en ook een voor ouderen. Een tijdje geleden groeide het idee om de twee samen te brengen. Want veel ouderen wonen in een bejaardentehuis en zien hun kinderen maar zelden. Ouderen hebben ook behoefte aan kleinkinderen, het geeft hen een waardevol en jong gevoel.�
De drempels tussen jong en zwart enerzijds en blank en oud anderzijds, waren in het begin een beetje hoog. Maria Lucassen is negentig, woont in een flat vol bejaarden en is in Antwerpen geboren en getogen. �In het begin zeiden mijn buren; �Doe het niet, laat hier geen vreemdelingen binnen. En als je het doet, doe uw deur dan maar goed op slot en let op uw spullen�. Maar ik heb het toch gedaan. Saranda, een heel lief meisje uit Kosovo, komt nu elke zaterdag bij mij langs. Eerst vraag ik haar of ze huiswerk heeft, of ze een les heeft gekregen waar ze iets niet van begrijpt. Ik herinner me nog goed dat ze een keer een lijst met allemaal dieren gekregen had en moest invullen wat voor geluid die maakten. Gelachen dat we hebben! Na het huiswerk gaan we meestal samen winkelen en dan krijgt ze van mij altijd een ijsje of een wafel�, legt Maria uit.
Maria heeft zes kleinkinderen en negen achterkleinkinderen, maar die ziet ze niet zo vaak. �Ze bellen wel vaak, maar ze wonen bijna allemaal in de buurt van Gent of aan de kust, dat is ver weg. Vandaar dat ik nu een nieuw kleinkind heb, Saranda. Dat is mijn meiske�, zegt Maria, terwijl ze trots de foto van Saranda laat zien. �Ze is er nu niet, ze is met vakantie vertrokken naar haar familie in Kosovo. Helemaal alleen op het vliegtuig en ze is maar veertien jaar. �Waar is ze?�, vroegen mijn buren vorige zaterdag. �Komt uw meiske niet meer?� Ze misten Saranda ook een beetje, want als ze hier is, doet ze ook met de andere bewoners een babbeltje. Ondertussen zijn de buren allemaal van mening veranderd; Saranda is een goed meisje, heel vriendelijk, altijd beleefd. Je kan er overal mee komen. Voor mijn buren is ze geen vreemdelinge meer, maar dat lief meisje uit Kosovo.�
�Een project met allochtone jongeren en autochtone bejaarden heeft tien keer meer effect dan lezingen of workshops over racisme in de wijk�, vindt Pieter Wie�rs, co�rdinator van de jongerengroep van Sint-Egidius. �Door dit grootouderproject kan je met ��n allochtoon kleinkind de mening van een hele woonblok bejaarden over de vreemdelingen veranderen.� En ook voor de jongeren heeft het voordelen: ze leren de taal beter, en komen via de verhalen van de ouderen ook in contact met de geschiedenis van Belgi�. �Ik ben nu drie jaar in Belgi� en als ik zo goed Nederlands spreek, dan komt dat door de vele gesprekken met Georgette�, zegt de vijftienjarige, uit Kongo afkomstige Tino Lwanga-Ya�ta. �Georgette kreeg in het begin dezelfde reactie van haar buren als Maria, ze woont ook in een gebouw met andere bejaarden� legt Tino uit. �Maar ze heeft gewoon geantwoord: �Ik ben oud genoeg om te weten wat ik doe.� Het is een heel interessante vrouw. We praten veel over de geschiedenis, over hoe het vroeger was: een leven zonder gsm en telefoon, toen alleen de rijken een tv hadden. Ik vind wel dat we nu in een betere tijd leven dan vroeger. Maar wat ik hier in Belgi� zo spijtig vind, is dat haar eigen kinderen haar zo weinig komen bezoeken. Een bejaardentehuis, dat bestaat in Kongo niet, daar wonen de grootouders meestal bij de kinderen in. Mijn eigen grootouders leven nog, maar ze zijn in Kongo gebleven dus ik zie hen zeer zelden. Maar ik ben wel blij dat ik Georgette heb; ze is echt mijn nieuwe bomma. Ik heb zelfs een kruisje van haar gekregen� Tino toont de ketting rond zijn hals. Delen de jongeren ook wel eens geheimpjes over verliefdheden met hun bomma�s of bompa�s? �Meisjes, daar praat ik eigenlijk niet over met haar�, zegt Tino. �Als ik een vriendinnetje had, zou mijn bomma een beetje jaloers zijn, denk ik. Of misschien bang dat ik dan minder tijd voor haar zou hebben. Maar uiteindelijk zou ik mijn vriendin zeker meenemen om haar voor te stellen aan Georgette.�
Maria heeft met Saranda al wel over de liefde gepraat. �Ik heb haar gezegd: �Vriendjes, daar kan je niet lang genoeg mee wachten.� Vriendschap, dat mag wel, maar liefde, dat vind ik nog te vroeg. Als je nog maar dertien of veertien bent, is het goed dat je veel mensen kent en veel vrienden hebt. Maar een vriendje waar je helemaal alleen mee optrekt, daar komen vodden van. Maar ja, dat zijn natuurlijk de normen van mijn tijd en de tijd is veranderd. Het grootste verschil tussen de jongeren nu en wij vroeger, is dat zij veel zelfstandiger zijn. Helemaal alleen op een vliegtuig stappen, ik weet niet of ik het gedurfd zou hebben als veertienjarige.
Katrijn Serneels
|