Comunità di S.Egidio


 

24/12/2003


'Meer secularisering betekent niet noodzakelijk minder geloof'

 

�Kerstmis staat voor mij symbool voor onze weerloosheid: God die in een afgelegen stal in een kribbe wordt geboren� Het is het een krachtig app�l om het voor de zwakken op te nemen.� Dat zegt Andrea Riccardi, de stichter van Sant�Egidio. We praatten met hem over Kerstmis, Rome, Mei �68 en de toekomst van het christendom.

Zaterdagavond, 29 november. De basiliek van Santa Maria in Trastevere, met haar schitterende 12de-eeuwse moza�eken van Pietro Cavallini, zit afgeladen vol voor de eucharistieviering. Vincenzo Paglia, de bisschop van Terni, gaat voor. Voor hem is het een bijzondere avond, want er wordt een priester gewijd. De sfeer is sereen en blijmoedig, de eucharistie groeit uit tot een warm feest � hartverwarmend voor wie die dag uit het kille Vlaanderen kwam.

Met zijn wirwar van pittoreske kasseisteegjes is Trastevere een van de trendy trekpleisters van Rome, getuige de drommen mensen. Rond de Piazza di Santa Maria wemelt het van terrasjes voor de caf�s en restaurants.

Vroeger was dat anders. In het oude Rome had deze buurt een uitgesproken volks karakter. Dat bleef zo door de eeuwen heen. Verteld wordt dat Franciscus van Assisi, telkens als hij naar Rome kwam, hier in de leprozerie onderdak vond. Tot voor enkele decennia had de wijk een slechte reputatie wegens de vele gewelddaden. Hoewel de voorbije jaren heel wat oude gebouwen werden gerestaureerd en tal van nieuwe bewoners zich in de wijk vestigden, kent Trastevere nog altijd veel verdoken armoede.

Het is dan ook niet toevallig dat hier de hoofdzetel van Sant�Egidio is gevestigd. Die lekenbeweging ontstond aan het eind van de jaren zestig op initiatief van de inmiddels 53-jarige Andrea Riccardi. In het kielzog van het Tweede Vaticaans Concilie en de woelige studentenjaren rond Mei �68, verdiepte hij zich, samen met een groep studentenvrienden, in het evangelie. Ze trokken naar de bidonvilles aan de rand van de stad om er de ergste noden te lenigen en de kinderen te helpen met lezen en schrijven.

De vochtige huizen, ziekte en eenzaamheid: het lot van de bewoners van de Romeinse achterbuurten betekende voor hen een nieuwe ervaring. Maar in tegenstelling tot velen die aan het eind van de jaren zestig meenden dat het voldoende was dat zo�n engagement op maatschappelijk-politieke veranderingen was gericht, verloor Sant�Egidio de diepere inspiratie van het evangelie niet uit het oog. In 1973 werd begonnen met het dagelijkse avondgebed in een voormalig karmel-klooster in Trastevere, toegewijd aan Sint-Egidius. Vandaar de naam van de beweging.

Sant�Egidio haalde de voorbije jaren geregeld het nieuws door haar inspanningen voor de oecumene en voor de interreligieuze dialoog, alsook door haar vredesbemiddelingen, onder meer in Mozambique en Algerije. Vorige week nog kreeg de beweging de prestigieuze �Common ground lifetime achievement peacebuilding award 2003� voor haar inspanningen voor conflictpreventie en -oplossing.

Het aantal leden van Sant�Egidio wordt op 40.000 geschat, verspreid over zowat zestig landen. In Europa zijn er onder meer gemeenschappen in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Hongarije, Tsjechi� en ook in ons land. Daarnaast is de beweging actief in Latijns-Amerika en Afrika.

In Rome is het kerkje aan de Piazza Sant�Egidio inmiddels te klein voor de velen die dagelijks het avondgebed bijwonen. Zij kunnen nu elke avond om 20.30 uur terecht in de vlakbij gelegen basiliek Santa Maria in Trastevere. Daar vinden in het weekend ook de eucharistievieringen plaats.

Het gebed en het �doorgeven� van het evangelie enerzijds, en het vrijwillige engagement voor de armen anderzijds, blijven de twee pijlers van Sant�Egidio. ,,De tafel van de eucharistie en de tafel van het restaurant voor de armen: dat is de kerk,�� zegt Riccardi. ,,Met kerst is dat niet anders. Van Jezus� geboorte in de kribbe, tot de engel die Jozef vroeg het kind en diens moeder in bescherming te nemen: het is ��n lange schreeuw om ons over de zwaksten te ontfermen. Maar het is tegelijk een oproep om de toekomst vol vertrouwen tegemoet te zien, om ruimte te maken voor nieuwe initiatieven, kortom, om �nieuwe mensen� worden.��

Naast zijn engagement voor Sant�Egidio doceert Riccardi hedendaagse geschiedenis aan de Universiteit Roma III. Hij schreef diverse boeken over de geschiedenis van het christendom in de 19de en 20ste eeuw en over het samenleven van de drie monothe�stische godsdiensten in het Middellandse-Zeegebied. Inmiddels is hij tot ver buiten Itali� bekend. Begin februari krijgt hij een eredoctoraat aan de Universit� Catholique van Louvain-la-Neuve (UCL).

Hoewel hij zelf niet de internationaal voorzitter van Sant�Egidio is, blijft Riccardi de bezieler van de beweging. Zijn charmante persoonlijkheid weet anderen te enthousiasmeren.


Hoe slaagt u erin uw veeleisend engagement voor Sant�Egidio met uw wetenschappelijk werk, het schrijven van boeken en het vele reizen te combineren?

,,Mijn inzet voor Sant�Egidio en mijn werk als historicus zijn � ook al blijven ze van elkaar gescheiden � grotendeels complementair. Een goed inzicht in de geschiedenis zet aan tot relativeren en scherpt het kritisch vermogen aan. Het is de beste garantie tegen fanatisme en ideologie, tegen simplismen die al te sterk door de tijdgeest zijn getekend.

De inmiddels overleden Franse theoloog Yves Congar vertelde me ooit dat je geen goed theoloog kunt zijn als je geen goed inzicht in de geschiedenis hebt. Dat klopt. In die zin werkt geschiedenis enigszins bevrijdend. Maar voor een gelovige is er uiteraard meer nodig dan het bekwaam uitoefenen van je job. Ik ga mijn werk als historicus niet verafgoden. Voor mij schenkt alleen het evangelie ten volle bevrijding.��


Even terug naar het ontstaan van Sant�Egidio in 1968. In die woelige tijd werd aardig gedweept met het marxistische gedachtegoed. Ook in kerkelijke kringen. Toch is Sant�Egidio geen variant geworden van bewegingen als �Christenen voor het socialisme�. U benadrukt zelfs voortdurend dat de beweging allereerst door de geest van het Tweede Vaticaans Concilie is aangestoken.

,,Dat klopt. Mijn generatie zette zich tegen haar burgerlijke afkomst af en propageerde de solidariteit met de werkende klasse en met alle onderdrukte volkeren. Ik beschouw Mei �68 als de laatste grote eurocentrische droom. We droomden dat we vanuit Europa alles konden veranderen, dat we de toekomst zouden uitvinden. Dat klinkt nu na�ef en een beetje ridicuul, maar toen geloofden we er wel in.

Dat idealisme stak ook mij aan, al had ik snel vragen bij de maakbaarheid van die idealen. Zeker toen ik zag hoe politieke partijen dat gedachtegoed recupereerden en dat extreme groeperingen het als dekmantel voor terroristische activiteiten misbruikten. Daarbij kwam dat de studentenrevolte in Parijs amper was be�indigd, toen de troepen van het Warschaupact in Praag een gewelddadig einde maakten aan het �socialisme met een menselijk gezicht�.

Gaandeweg rijpte het besef dat het makkelijk praten is over maatschappijverandering als de mens zelf niet verandert. Met andere woorden, als je de samenleving wilt veranderen, begin dan bij jezelf. Dat leerde ik uit het evangelie. De boodschap die daarin vervat ligt, raakt ons hart en maakt van ons nieuwe mensen. Pas dan zijn we in staat een nieuwe wereld te scheppen. De vriendschap van Sant�Egidio met de armen spruit dan ook rechtstreeks uit het evangelie voort.

Vanuit dat perspectief had het ontstaan van onze beweging inderdaad meer met Vaticanum II dan met de tegencultuur van Mei �68 te maken. Het concilie gaf ons een boodschap van vertrouwen. Het leerde ons dat we niet bang hoeven te zijn om ons te bekeren en om te getuigen. V��r Vaticanum II was de kerk in de ban van de angst. Johannes XXIII en later Paulus VI beseften dat de kerk moest veranderen om het geloof op een adequate manier te kunnen verkondigen in een veranderende wereld.��


Is die verandering wel voldoende gerealiseerd?

,,Ze is nog volop aan de gang. Het Tweede Vaticaans Concilie was een revolutie in de echte zin van het woord. De moeilijkheid is dat velen de verstrekkende gevolgen ervan alleen hebben beoordeeld vanuit de tijdgeest van de jaren zestig. Vandaar de eenzijdige interpretatie van heel wat zaken. In de liturgie bijvoorbeeld werd het voorgesteld alsof een mooie viering een overbodige luxe was. Ten onrechte. Nu ervaren we opnieuw hoe mensen hunkeren naar een mooie liturgie. Het is te vaak te kil in het hart van de kerk.��


Sommigen beweren dat de wereld sinds het Tweede Vaticaans Concilie alweer zodanig is veranderd dat een nieuw concilie dringend nodig is.

,,Ik begrijp degenen die daarvoor pleiten, maar zelf ben ik daar niet zo zeker van. Nogmaals: we zijn nog lang niet rond met het uitdiepen van de erfenis van Vaticanum II.

Een van de belangrijkste verwezenlijkingen van dat concilie was voor mij dat het de intu�tie van �samenzijn� bijbracht: samenzijn met anderen, met minderbedeelden, maar ook met vrijzinnigen en met andersgelovigen. In een tijd van wereldwijde migratie en globalisering is dat van het allergrootste belang, niet?

Eenheid en universaliteit: de rooms-katholieke kerk heeft die twee polen altijd sterk benadrukt. Dat is haar kracht geweest. Ook nu. Dankzij het Tweede Vaticaans Concilie.

De interreligieuze gebedsbijeenkomst voor de vrede die in 1986 op initiatief van paus Johannes Paulus II in Assisi werd gehouden, heeft eveneens rechtstreeks met de geest van het concilie te maken. Met Sant�Egidio trachten wij die traditie van Assisi voort te zetten door onze interreligieuze en interlevensbeschouwelijke ontmoetingen.

Sommige critici en vooruitstrevende theologen beweren wel eens dat onze kerk een sekte is geworden. Ze vergissen zich schromelijk. Het tegendeel is waar. En uitgerekend het concilie heeft onze kerk daarvoor behoed. Vaticanum II reikte haar immers een kompas aan waardoor ze zonder kleerscheuren � integristische en/of reactionaire neigingen � de overgang naar het tijdperk van internationalisering en globalisering kon maken.��


Toch heeft de kerk het nog altijd moeilijk om haar boodschap over te brengen.

,,Velen hebben nochtans nood aan de blijde boodschap van het evangelie. Helaas zijn er een aantal belemmeringen die de kerk onmondig maken. De interne twisten en problemen over structuren, bijvoorbeeld. Ook al zijn die structuren belangrijk, de kerk is er allereerst om te evangeliseren, om het geloof te verkondigen en uit te dragen. Niet door een leger veroveraars, maar door haar eigen leven door te geven.

Het is bijzonder jammer als dat niet lukt doordat de kerk in haar eigen structuren verstrikt raakt. Ondertussen worden kansen gemist en verliest ze het essenti�le uit het oog. Ik denk aan de wanhoop en hopeloosheid die de armoede in de derde wereld teweegbrengt, alsook aan het besef van zinloosheid dat velen in het rijke Westen treft.

Toegegeven, vaak schrikt de kerk te veel terug om te getuigen. Er is een gebrek aan moed en durf. Te veel van wat de kerk doet, wordt binnen de sacristie gehouden.��


Een van de gevaren voor kerkelijke bewegingen is volgens sommigen dat ze muren om zich heen bouwen. Bestaat dat gevaar ook voor Sant�Egidio?

,,Ik weet dat her en der de vrees bestaat dat bewegingen de parochies gaan overvleugelen. Ten onrechte. De kerk is een veelzijdige en complexe realiteit, en de geschiedenis leert dat je haar niet kunt reduceren tot het messianisme alleen, noch tot de geometrie van haar structuren. De geest waait in vele richtingen.

Kijk naar Trastevere. Je vindt hier op een boogscheut van elkaar zowel parochiekerken, kloosterkerken en kleinere kapellen� En dat is al vele eeuwen zo.

Natuurlijk blijft de parochie van groot belang voor de lokale kerkgemeenschap. Ze biedt voor velen de toegang tot de stad van God. Maar de parochie is niet de enige agora waarop de kerk aanwezig moet zijn. Als christelijke bewegingen en parochies elkaar als concurrenten zien en elkaars bewegingsvrijheid trachten te beknotten, vrees ik dat we een heilloze strijd voeren waar de kerk noch de gelovige beter van wordt.��


Hoe belangrijk is de stad Rome voor de kerk in deze tijd van globalisering?

,,Hoewel Rome een belangrijke plaats in mijn leven bekleedt, heb ik jaren geleden een boek gepubliceerd onder de titel Rome, een heilige stad? � met een groot vraagteken, inderdaad. Naast de vele majestueuze kerken is er immers het Rome van Pasolini, van de krottenwijken en achterbuurten, van de vele bedelaars en immigranten. Armoede te over�

Daartegenover staat dat de stad sinds het Tweede Vaticaans Concilie tot een belangrijke ontmoetingsplaats is uitgeroeid. Rome is dan wel niet het politieke machtscentrum van de wereld, de hele religieuze wereld komt hier langs. Dat maakt van de stad een belangrijk humanitair knooppunt. Een bijkomende troef is de unieke band met Afrika en met het hele Middellandse-Zeegebied.

Ik besef wel dat Rome in de ogen van velen synoniem is met centralisme en bureaucratie, en daar is iets van aan. Toch is het van groot belang dat de religieuze leiders elkaar hier blijven ontmoeten om de globalisering een menselijk gezicht te geven. In dat opzicht heeft Rome een specifieke rol, net zoals New York, Londen, Parijs, Berlijn en Brussel die hebben.��


Welke toekomst heeft het christendom volgens u in Europa en in de wereld?

,,In de tweede helft van de jaren zeventig schreef de Franse historicus Jean Delumeau een ophefmakend boek onder de titel Le christianisme, va-t-il mourir? Hij ging in op de hypothese dat in de samenleving het geloof afneemt naarmate de secularisering en de moderniteit toenemen. Op het eerste gezicht leek het christendom dus gedoemd tot verdwijnen. Een voorspelling die de Sovjets eerder al hadden gedaan. Ze maakten zich decennialang sterk dat alleen de oudjes nog de mis bijwoonden. Maar de oudjes bleven komen, al waren het er iedere keer anderen�

Natuurlijk heeft de secularisatie in Europa sterk om zich heen gegrepen. De tijd dat we als christen werden geboren, is voorbij. Wie zich nu christen noemt, kiest daar bewust voor. Tegelijk ervaren we een zekere triestheid om wat verloren is gegaan. Het besef daagt dat de Verlichting en de grote utopie�n, die daaruit zijn voortgevloeid, het sprookje van het eeuwigdurende geluk niet voor iedereen hebben waargemaakt.

Het triomfalisme van de Verlichting brokkelt stilaan af, ook al heeft de secularisering, zeker in Europa, nog wind in de zeilen. Maar dat is niet het einde van de geschiedenis. Meer en meer zie je dat de hypothese �meer moderniteit, meer secularisering, minder religie� wereldwijd niet wordt bevestigd. In Iran leidde de moderniteit tot de terugkeer van de ayatollahs. In de Verenigde Staten herleeft het neoprotestantisme. Het Europese model doet heus niet overal opgeld.

Trouwens, ook hier hoor je meer en meer dat het volksgeloof aan een nieuwe opmars is begonnen. En in landen zoals Frankrijk, die de la�citeit hoog in hun vaandel voeren, vind je nog altijd een sterke christelijke aanwezigheid. Parijs is voor mij zowat het �laboratorium van de moderniteit�. In de negentiende eeuw zijn daar maar liefst drie aartsbisschoppen vermoord. Toch zijn kerk en geloof er niet uitgeroeid.

Al die problemen zijn niet inherent aan de katholieke kerk. De protestanten kampen er evenzeer mee. De Engelse staatskerk is op zoek hoe ze zich aan de nieuwe tijd moet aanpassen en vraagt zich af of ze wel een staatskerk kan blijven� Bovendien is het verkeerd het voor te stellen alsof de rooms-katholieke kerk zich alleen tegen de moderniteit heeft verzet. Ze heeft er bij momenten ook goed over nagedacht. Rerum Novarum is daar een uitstekend voorbeeld van.��


Conclusie: kerk en geloof zijn niet dood�

,,Zeer zeker niet. We maken zelfs mee dat religie en zingeving hun intrede doen op de markt. De dalai lama oogst wereldwijd bijval met zijn oproepen tot mededogen en sereniteit. De neoprotestantse bewegingen spreken een groot publiek aan. En wat gezegd van het succes van new age?

Ook de rooms-katholieke kerk moet zich dus op de markt begeven. Voor een oude dame die daar nooit eerder mee is geconfronteerd, is dat een hele uitdaging. Op de markt liggen waarheid en leugen dicht bij elkaar. En toch�

Wij moeten onze blijde boodschap wereldwijd verkondigen en aanbieden. Dat is iets anders dan bekeren door het zwaard. Tegelijk moeten we, waar we kunnen, het samenzijn bevorderen. Zowel het samenzijn met andere volkeren als met andersgelovigen. Onze christelijke kerken moeten vredestichters bij uitstek zijn. Dat betekent onder meer dat ze zich moeten inzetten voor de interreligieuze dialoog. Niet om een supergodsdienst te cre�ren, integendeel. Het is belangrijk dat elke partner zijn eigenheid behoudt en die van anderen respecteert. Het uitdiepen van de eigen identiteit en het voeren van een eerlijke dialoog, zijn de beste remedies tegen fundamentalisme.

Ten slotte is er het samenzijn met de armen. Ik denk in het bijzonder aan Afrika. Ondanks de enorme problemen � aids, corruptie, burgeroorlogen, enzovoort � mogen we dat continent de rug niet toekeren. De Europese christelijke wereld heeft daar een grote verantwoordelijkheid. Er was een tijd van missionarissen en van martelaren. Nu moeten we werk maken van een nieuwe Euro-Afrikaanse cultuur van solidariteit. Paus Johannes Paulus II roept ons daar herhaaldelijk toe op.

Die cultuur van solidariteit wordt een soort testbank voor ons wereldbewustzijn. Vandaar trouwens ook het belang van ons engagement voor vluchtelingen en mensen-zonder-papieren. Zij zijn bij uitstek symptomen van de gevoelens van hopeloosheid en uitzichtloosheid die wereldwijd verspreid zijn.��


Wat hebben de armen u geleerd en hoe hebben ze uw leven veranderd?

,,Ze hebben mij geleerd dat armoede bijna nooit een keuze is en dat we onszelf bedriegen als we in een schijnwereld zonder armen geloven. In die zin doorprikken ze elke ideologie die ervan uitgaat dat de samenleving honderd procent maakbaar is en verplichten ze mij voortdurend oog en oor te hebben voor �de ander�.

Tegelijk hebben armen en gehandicapten mij bijgebracht dat ze ondanks hun tekorten of hun handicap, blijheid en levensvreugde uitstralen. Dat leverde mij het inzicht op dat we tenslotte allemaal arm zijn. We mogen in het Westen dan wel super welvarend zijn, wat gevoelens en spiritualiteit betreft is vaak schraalheid troef.��

Bert Claerhout