Comunità di S.Egidio


 

12/05/2004


�Een broodje en een babbel zijn heel veel waard�
Over studenten bestaan vele vooroordelen. Ze worden gebrandmerkt als bierdrinkende nietsnutten die hun dagen vullen met rondhangen en af en toe wat studeren. Ook over daklozen bestaan een resem vooroordelen. Het zijn profiteurs die niet weten te aarden in onze razendsnelle maatschappij, luilakken en verslaafden die niet willen werken. Juist deze twee groepen vinden elkaar sinds november elke vrijdagmiddag op straat en ontkrachten ��n voor ��n de bestaande meningen. Uw reporter trok mee op pad

 

Vrijdagmiddag, kwart na twaalf. In het pastoraal centrum Zomaar een dak van de Stadscampus in de Prinsstraat liggen de broodjes al op tafel. Pieter Wie�rs, al jaren actief lid van de Sint-Egidiusgemeenschap die de liefdadigheidsacties co�rdineert, is druk bezig uit te rekenen hoeveel broodjes en stukken fruit nodig zijn tijdens de ronde. Op dat moment komt Nick Fraeyman (22), student bedrijfsbeheer aan de Karel de Grote hogeschool, binnenwaaien met een zak fruit. Normaal bestaat de groep uit een tiental studenten, maar vandaag hebben velen verstek gegeven nu de examens in zicht komen. Niet getreurd, gewapend met het eten en thermossen trekken we de straat op. Van daar gaat het eerst naar de Rooseveltplaats en het Astridplein. Onder de beruchte noodbrug slapen vaak daklozen, maar vandaag is er niemand. Door het gure weer zoeken de meeste zwervers een beschutte plaats op. Het wachthokje voor bussen en trams aan het Astridplein is dan ook goed gevuld. Ietwat argwanend stel ik me op de achtergrond op. Maar Nick stapt zonder twijfel op de daklozen af en biedt hen een broodje en een warm drankje aan. Het aanbod wordt hartelijk aanvaard en binnen de kortste keren vervoegen een aantal zwervers de groep. Onder de daklozen verspreidt een gerucht zich snel, zodat iedereen weet dat de studenten elke vrijdagmiddag aanlopen.

�Dat is iets waar ze zich aan optrekken�, weet Nick. �Het is niet veel wat we bieden, maar alle beetjes helpen. Zij weten ook wel dat we geen wonderen kunnen verrichten en zijn dankbaar dat we langskomen. Sommigen hebben echt honger, voor hen betekent dat broodje veel.�

In vertrouwen

Heeft Nick dan geen schrik om met de zwervers te praten? �In het begin voelde ik me wel onwennig. Maar eens je met ze aan de praat raakt, besef je al vlug dat het ook maar mensen zijn. Vaak met een triest verhaal. Zij die wel meedraaien in de maatschappij zien de daklozen en bedelaars op straat niet staan, waardoor ze het gevoel krijgen niets meer waard te zijn. Daar wil ik toch verandering in brengen. In deze maatschappij is het iedereen voor zich. Nadat je gestudeerd hebt, moet je gaan werken, anders ben je een profiteur. Maar zo zijn deze mensen niet, het beeld is veel genuanceerder. Niemand wil zomaar op straat leven. Wie ben ik dan om over hen te oordelen?�, legt Nick uit.

Veronique Wetzels, die momenteel een postgraduaat als verpleegkundig pijnspecialist volgt, sluit zich bij Nick aan. �De daklozen die we helpen geven ook veel terug. Ze nemen je in vertrouwen.�

Bedelaar Wilfried bevestigt het verhaal van de studenten. �Ik ben 21 jaar dakloos geweest maar nooit heb ik het vertrouwen in de mensen afgezworen. Vooral door initiatieven als deze. Als je echt niets hebt, ben je gelukkig met 10 cent. Een broodje en een babbel zijn nog veel meer waard.�

We zetten onze tocht verder langs het Centraal Station en de De Keyserlei. De vrijwilligers kennen de daklozen bij naam en houden ook een oogje in het zeil. Als ze een zwerver een paar weken niet hebben gezien, beginnen ze rond te vragen bij hun lotgenoten. Veronique: �Na een tijdje ontstaat er een bepaalde vriendschap met die mensen. Je maakt je dan ook zorgen als je ze een tijdje niet ziet. Via de anderen blijven we dan op de hoogte waar ze zijn en hoe het met ze is. Als er nieuwe gezichten opduiken, proberen we ze altijd te vertellen over het daklozenrestaurant Kamiano waar ze twee keer per week een gratis maaltijd kunnen krijgen.�

Onze tocht zit er bijna op. De broodjes zijn bijna uitgedeeld en de thermossen ei zo na. Op onze terugweg komen we nog een jonge moeder met haar kind tegen. De politie heeft haar juist weggejaagd omdat ze stond te bedelen. Verloren staat ze op de stoep van de De Keyserlei. Haar baby, nu twee maanden oud, ligt dik ingeduffeld op haar schouder te slapen. Dankbaar en tegelijkertijd gegeneerd, aanvaardt ze het laatste broodje en een kop thee. Haar dochter slaapt rustig door. Pieter herinnert zich nog dat deze vrouw al met haar baby bedelde toen die nog maar vijf weken oud was. �Maar er is voor hen geen alternatief. Er is niemand om op de baby te passen, wanneer ze gaan bedelen. Zonder papieren geraakt zij nooit aan werk,�vertelt Pieter. Nick slikt toch even. �Dat kind is nog zo jong en al omringd door armoede. We kunnen niet anders dan de moeder enkele suggesties geven voor gezonde voeding voor haar kind.�

Cheryl Horemans