Voor alle kinderen is de zomer aangebroken. Plezier maken en op reis gaan horen daarbij. Zijn evident. Maar niet voor iedereen. De Sint-Egidiusgemeenschap organiseert daarom elk jaar een aantal kampen voor kinderen die hier illegaal verblijven of tot de vierde wereld behoren. Voor hen is dit de enige mogelijkheid om even te ontsnappen aan de harde realiteit. De rest van het jaar zijn ze overgeleverd aan de wetten van de straat.
Vier verschillende groepen van de School voor Vrede in Antwerpen trokken van 1 tot 7 juli op kamp naar het rustige Mariakerke, nabij Gent. Liefst 80 kinderen van verschillende nationaliteiten tussen de 6 en 12 jaar die elkaar nauwelijks kenden, kwamen hier naar toe om van een welverdiende vakantie te genieten. De enige vakantie die ze op een heel jaar hebben. Twintig vrijwilligers van de Sint-Egidiusgemeenschap houden een oogje in het zeil en geven de kinderen de aandacht en rust die ze zo hart nodig hebben. Ook de oudere broers en zussen van sommige deelnemertjes nemen een deel van de verantwoordelijkheid op. Ze begeleiden de kinderen en willen de vakantie zo vlot mogelijk laten verlopen.
Vierde wereld
Lieve Wouters (30) is al sinds haar zestiende actief als vrijwilligster bij de lekenvereniging. �Deze kinderen krijgen in het dagelijkse leven zo weinig kansen, dat een week op kamp gaan voor hen echt een luxe is. Wij willen dan ook dat de kinderen hier tot rust komen en genieten van de groene omgeving. Competitieve spelletjes of ruiltochten komen hier niet aan te pas. De nadruk ligt vooral op het samenzijn en het genieten van de aandacht.�
Thuis blijkt dat voor de kinderen vaak niet evident. De jongeren die deelnemen aan de kampen komen uit achtergestelde gezinnen, de zogenoemde vierde wereld, of zijn kinderen van vluchtelingen. Ze moesten vluchten uit hun geboorteland of erger nog ze hebben oorlogen meegemaakt. Het enige wat telt in hun leven is dat ze genoeg te eten krijgen en een toekomst kunnen uitbouwen. Voor velen van hen is het echter al te laat. De families zijn uitgeprocedeerd en weten niet wat hen te wachten staat. Klaudio (12) is een van hen. �Toen ik zeven jaar was zijn we naar Belgi� gekomen�, vertelt hij in perfect Nederlands. �Eerst moesten we met een klein bootje de Adriatische Zee over naar Itali�. We kwamen daar aan in het midden van de nacht en moesten te voet verder naar Torino, een stadje in Itali�. Vier uur hebben we daarover gestapt. Van daaruit namen we de trein naar Belgi�. Ik ben hier nu vijf jaar en vind het hier heel leuk, vooral door mijn vriendjes. Ik hou van Belgi�. Ik hoop dat mijn familie (Klaudio verblijft in Belgi� met zijn moeder en drie zussen en broers) hier kan blijven.
Belgi� verlaten
Late vertelt vrijwilligster Carelle Vandenbussche me dat de familie van Klaudio uitgeprocedeerd is. Ze zullen Belgi� moeten verlaten, maar weten nog niet wanneer. De broer van Klaudio, Zhaklin (20) is mee op kamp als begeleider. Volgend jaar studeert hij af als houtbewerker, waar hij heel goed in is. Carelle: �Zhaklin is twee jaar geleden gedoopt en sindsdien ben ik zijn meter. Een half jaar geleden beviel ik van een zoontje en hij heeft daar een ongelooflijk mooie wieg voor gemaakt. Die jongen zou zoveel kunnen presteren. Ik hoop dat hij daar de kans toe krijgt.�
Voor de kinderen was het gisteren hun laatste dat. Meteen ook het einde van een heel leuke periode. Blank of zwart, geel of rood, het maakte voor hen niets uit. Gelukkig zijn, da�s voor iedereen het belangrijkste. En dat zijn de kids geweest, een hele week.
Cheryl Horemans
|