Vandaag Aswoensdag begint de voorbereidingstijd van veertig dagen tot aan de goede week en Pasen. Het is een tijd van vasten en bekering. Maar betekent vasten nog iets in onze geseculariseerde maatschappij die angst heeft voor geloof?
Katholieken namen hier vaak zo'n laag profiel aan, dat ze heel wat rijkdom uit de eigen traditie relativeerden of over boord kieperden. Vasten zou weinig zin hebben, want welke baat heeft iemand er nu bij of ik minder eet en drink en of ik mij iets ontzeg waaraan ik gehecht ben?
Dat de Kerk eind de jaren zestig minder de nadruk ging leggen op de uiterlijke tekenen van het vasten, ten voordele van een 'bekering van het hart', maakte een einde aan een vaak zeer formalistische beleving van het geloof. Maar vandaag stellen we vast dat dit de beleving ervan niet gemakkelijker heeft gemaakt. In plaats van echte verinnerlijking werd vasten vaak een zeer softe bedoening. Maar dat is de veertigdagentijd nu net niet.
Onze bedeesdheid steekt schril af bij de godsdienstige heropleving die op vele plaatsen in de wereld zichtbaar is. Bij ons toont zich dat vooral in de ontmoeting met moslims, die hun vasten overtuigd beleven. Zij zijn geen softies en dat daagt ons uit. Een tiener vertelde me dat hij graag met zijn islamitische kameraden mee vast tijdens de ramadan, want "wij hebben zo niets typisch".
De aanwezigheid van die sterke godsdienstbeleving, die geen schrik heeft van uiterlijke tekenen, is een kans voor onze (post)christelijke samenleving, in de mate dat ze ons wakker schudt uit ons materialisme, en ons de waarde van onze eigen traditie weer laat herontdekken. Maar de vasten is aan een herwaardering toe om beslist meer redenen dan alleen de confrontatie met de islam.
Zijn er immers geen stemmen nodig die ingaan tegen de stroom van ons seculiere fundamentalisme van 'ik en mijn genot' eerst? Niemand lijkt ons nog af te remmen in het genotzuchtige credo van hap toe, doe je goesting, geniet. En nochtans zien velen in dat het zo niet verder kan. We helpen onszelf en onze wereld ermee naar de knoppen. Jezus van Nazareth durft de mensen te vragen zich iets te ontzeggen.
Zijn evangelie herstelt ons bovendien in onze menselijke waardigheid en herinnert ons eraan dat we tot meer geroepen zijn dan ego�stische verbruikers te zijn. Want er is een sterke band tussen vasten en solidariteit met de zwakkere medemens. De profeet Jesaja zegt het zo: "Is vasten niet dit: uw brood delen met wie honger heeft; arme zwervers opnemen in uw huis; een naakte kleden die gij ziet en u niet onttrekken aan de zorg van uw broeder?" (Jes. 58, 6-7). De oude en zieke Johannes Paulus II roept met een mooie vastenboodschap de gelovigen op bijzondere aandacht te hebben voor de ouderen die door de verzwakking van hun lichaam ons op het essenti�le concentreren.
"Het gebed: weeskind van onze tijd"
De vasten is ook een tijd om meer aandacht te besteden aan een ander weeskind van onze tijd: het gebed. Vasten en bidden zijn nauw met elkaar verbonden. Is er immers ook geen nood aan spirituele mensen, die minder slaaf van de heersende cultuur zijn? In die zin betekent vasten ons iets ontzeggen waaraan we gehecht zijn, van gewoonte veranderen, om plaats te maken voor het woord van liefde van God.
Het feit dat de Kerk verschillende tijden beleeft, laat haar menselijke gelaat zien: wij zijn zwakke mensen, die niet van vandaag op morgen van leven veranderen. Maar wij kunnen bepaalde sterke tijden beleven, tijden van bekering, tijden waarin we kleine stappen zetten, van edelmoedigheid voor de armen en van luisterbereidheid naar God en gebed. Het concept van de vasten toont een groot vertrouwen in het individu: dat het er namelijk toe doet wat ik in mijn hart geloof, welk gebaar ik als individu stel en met welke gevoelens ik leef.
De ongekende golf van solidariteit na de tsunami maakte een ding duidelijk: we begrepen dat onze bijdrage een signaal is, dat iedereen kan helpen om het verschil te maken en dat alleen machteloos toekijken geen verplichte optie is. Op diezelfde manier is het niet oneven of er mensen zijn die bidden, en die trachten hun gevoelens en gedachten meer af te stemmen op het evangelie van de vrede. Dat is de betekenis van de dag van vasten waartoe de Kerk de gelovigen zo oproept in tijden van geweld en oorlog.
Hilde Kieboom
|