Comunità di S.Egidio


 

29/10/2005


Samen op de foto staan ligt niet voor de hand

 

Na de moord op de Antwerpse moslimleraar Mohammed Achrak, nu bijna drie jaar geleden, zijn ze voor het eerst samengekomen: de priester Hendrik Hoet, de imam Jamal Maftouhi en de rabbijn Aharon Malinsky. In tijden van spanningen helpt enkel praten. Ook in rustiger tijden bleven ze elkaar ontmoeten. En praten. Hun trialoog is nu gebundeld in een boek.

Schoon volk op 't schoon verdiep van het Antwerpse stadhuis, donderdagavond bij de presentatie van het boek. Van bisschop tot burgemeester, allen verwelkomden ze het uitzonderlijke project. Schepen van Sociale Zaken Tuur Van Wallendael (SP.A) sprak zich als vrijzinnige in de beste Stevaert-traditie erg lovend uit over de religieuze trialoog. "Er is een gebrek aan geestelijke waarden en diepgang", zei hij. "Deze dialogen kunnen het samenleven in deze stad makkelijker maken."

Niet langer cultuur, maar religie kan de wereld redden, lijkt het bijna. "Dit was vijf jaar geleden ondenkbaar", zegt Jan De Volder, redacteur bij het christelijk opinieweekblad Tertio. Hij redigeerde het boek. De Volder is opgetogen over de politieke ontvangst van het boek. "Het toont aan dat beleidsmakers geloven in de interreligieuze dialoog."

Het initiatief kwam van de christelijke lekengemeenschap Sint-Egidius. Die had de drie religieuzen voor het eerst samengebracht na de moord op de jonge moslimleraar Mohammed Achrak in 2002. De interviews die erop volgden kregen veel weerklank in de lokale gemeenschappen. Ze beslisten elkaar vaker te zien. In tijden van crisis, zoals toen in Wilrijk een joodse jongen was neergestoken, maar ook op andere momenten.

Op uitnodiging van uitgeverij Lannoo zaten ze voor dit boek elf keer samen. Ondertussen zijn ze vrienden geworden. De drie zijn geen echte religieuze leiders in de strikte betekenis van het woord. Wel hebben ze naam en gezag in hun eigen geloofsgemeenschappen, al blijft het moeilijk inschatten hoever dat reikt. Alle drie geven ze les en zijn ze betrokken bij de 'religieuze opvoeding' van de jongeren.

Hendrik Hoet is priester, professor bijbeltheologie en voorzitter van de kerkelijke commissie voor de dialoog met de joden. Hij wordt genoemd als een mogelijke opvolger van de Antwerpse bisschop Paul Van den Berghe, die net als kardinaal Danneels over goed twee jaar met pensioen gaat.

Jamal Maftouhi is een berber van Marokkaanse afkomst, die op zijn zevende naar Belgi� is gekomen. Hij studeerde islamitisch recht. Nu is hij imam en geeft hij islamles in een middelbare school.

Aharon Malinsky is een orthodoxe jood die uit een traditionele rabbijnenfamilie stamt. Hij groeide op in Antwerpen, maar studeerde ook in Isra�l. Hij is voorzanger in een synagoge en geeft les aan de UA.

Voor de drie is het gezamenlijke boek op zich de belangrijkste verwezenlijking. Of nog meer: de portretfoto van de drie samen. "Op dit moment is het klimaat gunstig, maar vanzelfsprekend is het niet", zegt Malinsky in het boek. "Mocht er een groot incident zijn in Antwerpen, een terreuraanslag of zo, dan zouden mensen het niet zomaar pikken dat ik samen met Jamal op de foto sta." Op de presentatie loofde hij dan weer de moedige houding van de imam. "Het ligt niet voor de hand om samen met mij op de foto te staan."

De rabbijn was onlangs in een moskee. "Ik praatte er met jonge moslims. Dat lag niet voor de hand. Het was echt op de scherp van de snee. Heel open. Alles op tafel. Maar na twee uur zijn we toch tot de conclusie gekomen dat we veel gemeen hebben. Ik weet nu dat er veel integere moslims zijn. Maar het blijft een evenwichtsoefening. Ik kan het weten, ik ben een jood. Wij doen al meer dan tweeduizend jaar aan evenwichtsoefeningen..."

Als het over de Palestijnse kwestie gaat, blijft het water tussen de twee religies heel diep. Ze zijn het eens over het principe 'land in ruil voor vrede', maar over de modaliteiten en de obstakels die in de weg staan, zijn de meningsverschillen groot. Zeker als de terreuraanslagen ter sprake komen. In het boek moet Jan De Volder tussenbeide komen met de zin: "Laten we de discussie over dit pijnlijk probleem hier maar afsluiten." Waarop Maftouhi zegt: "We komen er toch niet uit, en dat was ook niet de bedoeling." Waarop Malinsky dan weer antwoordt: "Het is al heel wat dat we daarover zo rustig en respectvol met elkaar van mening kunnen wisselen en naar elkaar kunnen luisteren. Dat is heus niet altijd het geval."

De gematigde en vaak verzoenende rol van de christen Hendrik Hoet valt op in het boek. Zo waarschuwt hij dat de katholieke kerk niet in het oude anti-juda�sme mag vervallen. Nergens valt hij scherp uit (ook niet naar de paus). En met de secularisering heeft hij veel minder problemen dan zijn gesprekspartners. Vooral imam Maftouhi kijkt de mindere aanhang van religies met lede ogen aan. "Want met de godsdienst verdwijnen ook de waarden en normen die een beschaving schragen." Hij vraagt zich ook af of er niet meer begrip zou zijn voor de islam als de christenen sterker stonden.

Religie wordt verdrukt door de samenleving, is een gemeenschappelijke bezorgdheid. "Het wordt moeilijker om als moslim te leven", zegt Maftouhi, onder meer verwijzend naar de discussie over de hoofddoek en het verplichten van Nederlands in moskee�n. "Geloven wordt gelijkgesteld met achterlijkheid", fulmineert de rabbijn, refererend aan de media, die doordrenkt zouden zijn van vrijzinnigheid.

De drie religies vinden elkaar zeker op het ethische vlak. Abortus en vooral euthanasie en zelfdoding worden afgewezen. De seksuele moraal in de samenleving wordt aan de kaak gesteld. De rabbijn stoort zich aan condoomautomaten op scholen en laat ook optekenen dat de samenleving te permissief is geworden. "We laten te veel toe, waardoor je indirect Dutroux-toestanden cre�ert. Het lijkt wel of alles is toegestaan."

De imam verdedigt een conservatieve kijk op seksualiteit en vrouwenrechten. "De islamitische vrouwenkleding mag niet, de blote buik met piercing wel. Misschien komt er wel een tijd dat mensen al die blote bedoelingen van nu maar heel raar vinden." Hij vindt ook dat "verantwoordelijkheid van de vrouw in de eerste plaats bij het gezin en het opvoeden van de kinderen ligt. In het publieke leven is de man de eerste verantwoordelijke."

Over homoseksualiteit vallen er in het boek ook een aantal straffe verklaringen te vinden. De priester: "De katholieke kerk beschouwt homoseksualiteit als een vergissing van de natuur." De imam: "We beschouwen het als een aangeboren afwijking. Het is dus in de eerste plaats een zaak van de geneeskunde, net zoals er Siamese tweelingen bestaan, die de artsen van elkaar trachten te scheiden." De rabbijn: "Homoseksualiteit is een maatschappelijk gegeven. Toch denk ik er dat weinig rabbijnen zijn die het homohuwelijk zouden goedkeuren. Hoever moet de permissiviteit gaan? Soms lijkt het wel mode."

Benieuwd wat Van Wallendael en Stevaert met al die uitspraken zouden doen. Dialoog is ��n ding, een consensus bereiken is iets anders.

Peter-Jan Bogaert