|
KNACK |
01/02/2006 |
|
|
Hilde Kieboom, voorzitter Sint-Egidiusgemeenschap: Waar ik nog in geloof? Is geloven dan uit de tijd? Niets lijkt me minder waar: de mens van de 21e eeuw is geen ongelovige, maar een veelgelovige. 'It is not that we believe in nothing, we believe in anything' , hoorde ik het de bisschop van Londen verwoorden. Te horen aan veel onzin die op ons afkomt, vrees ik inderdaad dat we in eender wat willen geloven. In die context is het bon ton het christendom af te schilderen als iets dat zijn beste tijd heeft gehad. Ga jij nog naar de kerk? Laat jij je kinderen nog dopen? Het gevoel aan het einde van een tijdperk te staan is sterk aanwezig. Maar wie zijn wortels doorknipt, kan ook de toekomst niet denken. Met de tijd ben ik gaan geloven dat het evangelie van Jezus meer dan ooit een bron van menselijkheid is. Het leert de liefde voor de zwakke en de vrede in een meedogenloze wereld. Het ori�nteert het hart van de verweesde mens in deze angstige tijden van opkomende nieuwe machten, confrontatie met andere culturen, groeiende kloof tussen rijk en arm en hernieuwd geloof in het nut van geweld. Christenen kunnen vandaag vanuit een sterke overtuiging met liefde naar de wereld kijken en openstaan voor andersdenkenden, zonder zich beter te voelen. Identiteit en openheid moeten hand in hand gaan in tijden van groeiende lichtgelovigheid en toenemend integrisme. Ik hou van het beeld van een christen die vriend is van iedereen, vertrekkend van zijn voorkeur voor de zwaksten. Vlaanderen verloor onlangs twee grote christenen: prelaat Ulrik Geniets van de norbertijnenabdij van Averbode, een man van het onderwijs en het gedrukte woord, met een open blik voor ontwikkelingen in India en Latijns-Amerika. Ondanks een drukke agenda verstond hij de kunst van de vriendschap. En dom Ambroos Verheul, voormalig abt van de benedictijnenabdij van Keizersberg en kerkvernieuwer. Ik leerde hen waarderen als mannen van een stuk, met een groot vertrouwen in de toekomst, en als opvallend vrije geesten. In jaren van galopperende economisering en zinledigheid, gaven zij niet toe aan gemakkelijk doemdenken, maar gaven zij een getuigenis van een leven dat niet in dienst stond van het eigen comfort en het zelfbeklag. De verkiezing van pater Damiaan tot grootste Belg doet mij beseffen dat er een diepe hunkering leeft naar zo'n geloof dat leidt tot dienstbaarheid. Met hen deel ik het geloof dat het christendom niet tot het verleden behoort, maar spirituele schatten biedt die morgen nog goed van pas gaan komen.
|