Svetlana S. Aan haar moest ik eerst denken toen ik in de krant las dat door de stagnatie van het aantal studenten verpleegkunde een nijpend tekort aan arbeidskrachten in de verzorgingssector dreigt.
Svetlana belde kort na de Hop-betoging (Hoop op papieren) van februari aan. Een fijne, lieve dame van begin de dertig, met haar 6-jarig zoontje. Ze had niet kunnen meelopen in de optocht, maar ook zij hoopte op papieren. Ze was in 2000 uit Kazachstan naar Belgi� gekomen. Haar aanvraag voor politiek asiel werd op korte tijd afgewezen: last in, first out. Haar beroep bij de Raad van State sleepte aan tot 2004. Na het negatieve antwoord daar diende ze een aanvraag tot regularisatie in volgens artikel 9.3 van de vreemdelingenwet. Een goed jaar later volgde een afwijzing. Al die tijd was ze met haar kind theoretisch illegaal in Belgi�, maar de facto semilegaal, want perfect gekend bij de overheid en door diezelfde overheid financieel ondersteund, toch tot vorig jaar.
Ze studeerde hard en leerde vlot Nederlands, een taal die haar zoontje, die naar het tweede leerjaar gaat, inmiddels in een zuiverdere versie spreekt dan veel autochtone Vlamingen. Bovendien is Svetlana verpleegster. Haar diploma uit Kazachstan is niet erkend, maar ze volgde wel nog een extra opleiding verpleegkunde aan een Vlaamse hogeschool, op kosten van de gemeenschap dus.
Svetlana wil niets liever dan als verpleegster werken, maar ze mag niet. Geen papieren, geen werkvergunning.
Vervolgens kwamen de verhalen van enkele, overigens heel energieke, vriendinnen-verpleegsters bij me op. Hoe de ene tijdens de nachtdienst, waarbij ze alleen op een dienst staat van 32 pati�nten, niet weet waar eerst gehold. Of hoe de andere, die lange tijd en met hart en ziel thuisverpleging deed bij het Wit-Gele Kruis, daar tenslotte de brui aan gaf omdat ze de werkdruk niet langer aankon: een bad hier, en een windel daar. Om nog maar te zwijgen van de groeiende onmogelijkheid om menselijk om te gaan met pati�nten en ouderen die daar grote behoefte aan hebben.
En dan dacht ik: hoe absurd en dwaas is onze wereld soms. De vele Svetlana's die wat graag willen werken, die een surplus bieden aan energie en capaciteiten, maar die keer op keer te horen krijgen dat ze terug moeten naar waar ze vandaan komen, dat hier geen toekomst voor hen ligt. Terwijl de anderen goed gediend zouden zijn met een collega die een deel van het werk doet. Dat alles tegen een achtergrond van een welvarende maatschappij waar de nood aan verzorgende functies met de vergrijzing alleen maar toeneemt. Tegen een achtergrond waar we verpleegkundigen uit Roemeni� invoeren, bij wie het leren van de taal en de integratie van voren af aan moet beginnen.
Ik weet wel dat er veel macrokanten zijn aan mijn microverhaal: financieringsmogelijkheden, verschil tussen politieke en economische vluchtelingen, hoge werkloosheidsgraad, niet in het minst onder allochtonen, risico op uitholling van het diploma, op een drain van werkkrachten die ook in de landen van oorsprong nodig zijn, Riziv-terugbetalingscriteria, arbeidsvoorwaarden, betaalbaarheid, enzovoort.
Maar dan vraag ik me af of wat meer gezond verstand en pragmatisme niet voor alle partijen gunstig zou zijn?
Hilde Kieboom
|