Comunità di S.Egidio


 

16/11/2006


Goed nieuws uit Afrika

 

Toen ik Onoria leerde kennen was ze graatmager en uitgeput. Nu was ze naar de markt. Nooit zag ik zo'n treffend voorbeeld van hoe een mens uit zijn graf kan opstaan

Hilde Kieboom

bespeurt een kentering in de strijd tegen aids

Mag het ook eens goed nieuws uit Afrika zijn? Voor het eerst zette in Guinee-Bissau een hiv-positieve vrouw dankzij aidsremmers een gezonde baby ter wereld. Hoogzwanger had ze kilometers te voet de hitte getrotseerd om het ziekenhuis te bereiken zodat haar dochtertje gezond geboren kon worden. Dat is te danken aan de volwaardige antiretrovirale behandeling die de Sint-Egidiusgemeenschap sinds kort in dat stuk West-Afrika heeft opgezet in navolging van het Dreamproject (Drug resource enhancement against aids and malnutrition), dat eerder al elders op het continent vruchten afwierp. Zonder die therapie lopen baby's een risico het virus op te doen tijdens de geboorte of door borstvoeding, en riskeert de moeder snel te sterven.

De bewuste antiretrovirale therapie, die sinds twee jaar veel meer ingang vindt op het Afrikaanse continent, is wonderen aan het doen. Ik moet terugdenken aan Onoria, een vrouw uit Mozambique van 24, die ten dode was opgeschreven. Ik leerde haar in 2002 kennen op de mat voor haar hut, graatmager en uitgeput, verlaten door haar man, met vijf kinderen aan haar zijde. Toen ik een jaar later weer in Mozambique was, ging ik haar met een bezwaard gemoed opzoeken. Ik dacht haar niet meer levend terug te zien. De hut was inderdaad leeg. Maar groot waren mijn verbazing en blijdschap toen bleek dat ze met haar kinderen naar de markt was. Na amper een jaar trouw haar medicijnen te nemen was haar gewicht van 28 tot 62 kilo toegenomen en kon die ter dood veroordeelde vrouw weer een normaal leven leiden. Onoria werkt nu in een gezondheidscentrum, waar ze vrouwen aanmoedigt de aidstest te doen. Ze legt hen uit dat een positieve uitslag niet langer een doodvonnis hoeft te betekenen, dat behandeling voor de vreselijke ziekte mogelijk is en dat ze weer beter kunnen worden zoals zij, als ze maar op gezette tijden de voorgeschreven geneesmiddelen nemen. Nog nooit zag ik zo'n treffend voorbeeld van hoe een mens uit zijn graf kan opstaan.

Bij ons sterven aidspati�nten sinds de lancering van de antiretrovirale tritherapie in 1996 gelukkig nagenoeg niet meer aan de ziekte: je geneest niet, maar je kunt ermee leven zoals met andere chronische aandoeningen. Voor Afrika vond men tijdens lange, moordende jaren die therapie niet haalbaar. Nochtans leven twee derde van de seropositieven daar. Ondertussen verloren meer dan twaalf miljoen kinderen een vader of moeder aan aids. De beelden van de wachtenden die in lange rijen met een witte kist aanschuiven om hun doden te begraven laten me niet meer los. Aids is de ware genocide van onze tijd. In het Zuiden treft de epidemie niet alleen bepaalde risicogroepen, waarmee de ziekte in het Westen wordt geassocieerd. Iedere Afrikaan kan de ziekte oplopen, en heus niet alleen door seksueel contact zoals een ander hardnekkig vooroordeel het wil. Veel kinderen worden ermee geboren, anderen lopen het op bij een bloedtransfusie, vaccinatie, een bezoek aan de tandarts of de kapper, bij gebrek aan voldoende scheermesjes en naalden. Aids in Afrika heeft alles met armoede te maken. Te lang hebben we machteloos toegekeken of ons geweten gesust met de exclusieve focus op de preventie, waarvan iedereen wist dat ze geen oplossing bracht voor wie al ziek is.

Hoewel de problematiek nog gigantisch is, ziet het ernaar uit dat de doem gebroken is. Er is weer hoop voor Afrika. De inspanningen van de internationale gemeenschap, de regeringen, de kerken en ngo's zoals Artsen zonder Grenzen hebben de jongste jaren tot de massale introductie van de tritherapie geleid. De cijfers van behandelde aidspati�nten stijgen nu exponentieel. Momenteel krijgt al meer dan een miljoen Afrikanen een behandeling. 2010 is de streefdatum om alle aidspati�nten te behandelen.

Niet alle problemen zijn opgelost. In tal van landen, zoals Congo, blijft de therapie alleen beschikbaar voor de rijksten. Veel Afrikaanse regeringen geven voorrang aan de behandeling van mannen omdat dat economisch rendabeler is. Samen met Unicef maakt Sant'Egidio de behandeling van 'tweederangsgroepen' als kinderen en zwangere vrouwen daarom tot een prioriteit. Echt problematisch is het gebrek aan voldoende geschoold medisch personeel. Een massale investering in human resources is nodig.

De strijd tegen de vreselijkste epidemie van onze tijd is nog lang niet gewonnen, maar het goede nieuws is dat er vooruitgang wordt geboekt. Het toont aan dat als de internationale gemeenschap het werkelijk wil, ze enorme uitdagingen aankan. Dat sterkt het geloof in de menselijke capaciteit om in te grijpen in de geschiedenis en die vorm te geven. Het is tijd dat we in ons rijke noorden stoppen met ons comfortabele doemdenken, dat zo vaak een excuus is om niet te handelen en de toekomst niet voor te bereiden. Dat is niet alleen een kwestie van financi�le middelen, maar evenzeer van menselijke aandacht en inzet, van dromen die in projecten worden omgezet.

Hilde Kieboom is voorzitter van de Sint-Egidiusgemeenschap in Antwerpen. Voor 'De gedachte' schrijft ze om de twee weken een opiniestuk.

Hilde Kieboom