Twee organisaties hielden gisteren elk een manifestatie aan het monument van de gedeporteerde joden tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de Belgi�lei. De Brusselse organisatie APR hekelde de betrokkenheid van de Antwerpse politie tijdens de jodenvervolging. Die manifestatie stuitte aanvankelijk op een njet van het stadsbestuur, maar de Raad van State floot die beslissing terug. De andere manifestatie was de jaarlijkse herdenkingswandeling van de Antwerpse joodse gemeenschap.
Het Antwerpse stadsbestuur had de manifestatie van APR aanvankelijk verboden omdat de wandeling van de Sint-Egidiusgemeenschap �n van de Antwerpse joodse gemeenschap al gepland waren. Maar de Raad van State floot die beslissing terug omdat beide manifestaties op een verschillende uur gepland stonden. De groep uit Brussel startte zijn manifestatie in de vroege namiddag. De actievoerders hingen een plakkaat aan het monument, met de volgende boodschap: 'In augustus 1942 namen politieagenten actief deel aan anti-joodse razzia's op bevel van het gemeentebestuur. Ze gedroegen zich als ijverige medewerkers van de nazibezetter'. De organisatie verwijderde na afloop zelf haar opschriften.
In de vooravond vond de traditionele herdenkingsmars van de Antwerpse joodse gemeenschap plaats. Die kon rekenen op de aanwezigheid van onder meer striptekenaar Marc Verhaegen en Vlaams minister-president Kris Peeters. De vervolgingen, vooral in augustus en september 1942, kostten 15.000 joodse inwoners van Antwerpen het leven. (LBA)
|