Het blijft een pakkende paradox: hoe uitgerekend Kerstmis tot zo'n hoogfeest van de consumptiedrang kon uitgroeien. Het succes ervan laat zich meten aan het aantal aankopen of de transacties via Bancontact. De variante 2007 is de toetsing aan de alarmberichten over de afgenomen koopkracht en de stijgende prijzen. Ik koop dus ik ben, ziedaar het credo van de homo consumens.
De tegenstelling met diegenen die werkelijk slachtoffer zijn van de stijgende levensduurte, zoals daklozen, gepensioneerden die geen kapitaaltje hebben om op terug te vallen of afgewezen asielzoekers, is des te schrijnender. Om nog te zwijgen van de honderdduizenden die ook vandaag op de vlucht zijn voor het oorlogsgeweld in Oost-Congo of de vele kinderen die ook vandaag aan de honger zullen sterven.
Maar is dat contrast geen wezenlijk aspect van Kerstmis? Toen Jezus als een arm vreemdelingenkind ter wereld kwam, waren de deuren van de huizen dicht. Niemand leek die nacht aandacht te hebben voor waar het werkelijk om ging, tenzij enkele herders in de buurt en enkele wijzen die er een lange reis voor over hadden.
Toch is Kerstmis een hoopvolle gebeurtenis. Omdat het niet beperkt blijft tot die enkelingen bij de kribbe maar omdat het 'een blijde boodschap is voor heel het volk'. Vandaag voeren sommigen de ietwat academische discussie of christenen een minderheid zijn en of een minderheidskerk een goede zaak is. Kerstmis geeft een antwoord: de groep aan de kribbe was klein, net zoals die onder het kruis, maar de boodschap is bestemd voor iedereen. Tussen die spanning leeft de kerk altijd. Dat maar een minderheid overtuigd of kerkbetrokken zou zijn, is op zich geen probleem, als ze zich maar niet terugplooit op haar kleine kring met haar grote gelijk.
Temidden van de glitter van Kerstmis groeit er in veel van onze tijdgenoten een hunkering naar authenticiteit. Dat treft me in de lovende reacties op de theatermonoloog Missie: op zich een authentiek christelijk verhaal, weliswaar door een athe�st toegankelijk gemaakt door de filter van het toneel. Ik merk hoe velen van onze generatie het vervlakkende materialisme willen overstijgen door een zoekende houding. Daarin groeit de ontvankelijkheid voor de schone eenvoud van wie tijd maakt voor de andere en ervoor kiest zichzelf te geven.
Voor mij is het beeld van Kerstmis dat van de lange feesttafel waaraan de armen aanzitten. Zo'n actuele kerststal wordt dit jaar weer in kerken in Antwerpen, Brussel en Luik opgetrokken. Het feestmaal in de kerk houden is geen toegift aan de modieuze trend die zegt dat je zowat alles moet kunnen doen in een kerk, als het maar niet bidden is. Het is integendeel een icoon van de naastenliefde, de droom van een kerk waarin de armen centraal staan. Precies in hen toont zich immers de God van de christenen. Ook dat is de paradox van Kerstmis
Hilde Kieboom
|