Comunità di S.Egidio


 

13/02/2008


Amra Dorjbayar (19): 'Ik probeer een vriend te zijn van de armen'

 

Ik groeide op in Mongoli�. Als opgroeiende jongere was ik, zonder mij daar inhoudelijk in te verdiepen, een aanhanger van het boeddhisme. Mijn ouders gingen een andere richting uit. Mijn vader die in Rusland studeerde, had daar het christendom ontdekt en ook mijn moeder werd een overtuigde christen. Mij sprak het christendom helemaal niet aan. Mijn ouders kregen door hun gelovig engagement almaar meer moeilijkheden met extremistische Mongoolse boeddhisten. Na een aantal incidenten, waarbij wij dreigbrieven kregen, vluchtten we met het gezin naar Europa. In ons land pushten mijn ouders mij in de richting van het katholicisme en in 2003 werd ik gedoopt. Uit protest bad ik tijdens de toediening van het doopsel een boeddhistische mantra.

Toch groeide diep in mij de onvrede over het boeddhisme. Dat was niet de weg die ik zocht. Ik ging op zoek. Met enkele moslimvrienden deed ik aan de ramadan. Ik had contacten met het hindoe�sme. Ten slotte vond ik in 2005 mijn roeping opnieuw in het katholicisme. Dat gebeurde via de Jongeren voor Vrede, de jongerenwerking van de Sint-Egidiusgemeenschap in Antwerpen. Toen ik daar een kijkje ging nemen, ontmoette ik in tegenstelling tot wat ik dacht geen saaie mensen, maar enthousiaste jongeren. Het was voor mij een openbaring in contact te komen met leeftijdsgenoten die hun geloof dagelijks beleefden door vriend te zijn van de armen. Ik ben van nature kritisch en had nog lange tijd twijfels. Mijn deelname aan de Wereldjongerendagen in Keulen trok mij over de streep. Die betekende het begin van mijn religieuze verdieping en ik besliste mij voor te bereiden op het vormsel. Ik ben sterk ge�ngageerd in de School van Vrede die in drie arme wijken in Antwerpen kinderen begeleidt met hun schooltaken en hen leert omgaan met elkaar. Ik probeer een vriend te worden van deze kinderen, die op straat vaak veel geweld zien. (KDW)