'Ik sta er soms van versteld hoeveel mensen zich nog altijd niet kunnen voorstellen wat armoede is. Dat zegt veel over ons welvaartsniveau'
Als u dacht dat vrouwen niets konden betekenen binnen de katholieke kerk, dan kent u Hilde Kieboom nog niet. In tijden dat het niet bepaald hip was om praktiserend christen te zijn, stichtte ze de Belgische Sint-Egidiusgemeenschap. Ze kreeg de titel van barones en staat geboekstaafd als de leading lady van de Belgische kerk. Bij het grote publiek doet ze misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar achter de schermen des te meer. In 1985 stampte ze de Sint-Egidiusgemeenschap uit de grond, een nobel initiatief waar ze in de eerste plaats vooral de armen een dienst mee bewees. Kieboom zag het licht tijdens een reis naar Rome, moest soms keihard tegen de stroom inroeien, maar wist zich uiteindelijk wel te handhaven. Intussen kent elke Antwerpenaar wel een van haar projecten, om nog te zwijgen van daklozenrestaurant Kamiano, ��n van de bekendste projecten die ze verwezenlijkte. Kieboom haalde haar mosterd bij Sant' Egidio, de oorspronkelijke organisatie die in 1968 ontstond en zich intussen in meer dan zestig landen over de armsten ontfermt. Dit weekend vieren ze, ook in ons land, hun veertigste verjaardag. Voor Kieboom een ideaal moment om even stil te staan bij wat ze de voorbije jaren allemaal verwezenlijkten. En dat is niet niks. Kieboom zelf is intussen vriend des huizes bij de koninklijke familie. Mogelijk wordt ook de opvolger van de Antwerpse bisschop Paul Van den Berghe iemand van binnen de Sint-Egidiusgemeenschap. En dan nog iets even veelzeggend: dit weekend, tijdens de viering van hun 40-jarige bestaan in de Antwerpse kathedraal, wordt ook koningin Paola verwacht. Het paleis heeft niet bevestigd, maar de kans dat ze opduikt is groot. Reden genoeg dus voor een gesprek met de leading lady van de Belgische kerk, al wil ze zelf zo liever niet genoemd worden. Klopt het, mevrouw Kieboom? Bent u de leading lady van onze kerk? Hilde Kieboom: 'Dat etiket is uitgevonden in een of andere lyrische bui, maar ik heb niet de indruk dat wij zo machtig zouden zijn. Al zijn we inderdaad geen kleine groepering meer. Alles samen tellen we op dit moment toch zo'n duizend leden. We zijn ��n van de weinigen die er niet langer voor terugschrikken om als katholieken naar buiten te komen. Dat is in deze tijd toch niet zo evident meer. Al is het wel een beetje aan het keren. Religie staat weer op de kaart. En ook, katholiek zijn mag weer. Er zijn er intussen zo weinig, dat het weer wat hip is om katholiek te zijn. Ik zeg het nu wel wat lacherig, maar het is wel zo. De katholieke kerk heeft zich de voorbije decennia maar al te graag in een hoekje laten drummen. Daar willen wij ons voor hoeden. Wij denken niet dat we altijd gelijk hebben, maar we willen als katholiek wel zeggen waarvoor we staan. En als je dat ook effectief doet, dan wordt er naar je geluisterd.' Is het katholicisme aan een 'revival' bezig? 'Bij jongere mensen merken we dat zeker. Er is meer openheid voor al wat met geloof te maken heeft, dat kerk-kritische is stilaan aan het wegebben. Maar er zijn zeker ook nieuwe uitdagingen. En dan denk ik meteen aan het gratis engagement, dat ligt tegenwoordig zeer moeilijk. Neem het van mij aan: de armen zijn uit de mode. In de jaren '70 en '80 stond het behoorlijk goed om als student ook iets gratis te doen voor mensen in nood. Dat is duidelijk aan het veranderen. Almaar minder jonge mensen willen zich nog gratis inzetten. Dat heeft onder meer te maken met de individualisering, maar er is ook die enorme materialistische druk. Geld is ontzettend belangrijk geworden. Zelfs studenten hebben nog maar nauwelijks tijd om zich voor hun medemens in te zetten. In de schaarse vrije tijd die ze tegenwoordig hebben, gaan ze bijverdienen. Alleen op die manier kunnen we blijkbaar nog ons dure leven bekostigen.' Is de maatschappij verhard? Zijn we vergeten wat liefdadigheid is? 'Soms heb ik wel die indruk, ja. Je ziet die verharding ook tegenover bedelaars en armen op straat. Steeds vaker hoor ik mensen zeggen dat het hun eigen schuld is. Nu, onzekere tijden zijn altijd ook wel tijden van verharding. Onze samenleving wordt complexer, is verwarrend, onoverzichtelijk. Ik zie veel angst. Veel mensen sluiten zich op in hun eigen kleine kringetje, in hun eigen ik. Ze komen alleen nog maar voor zichzelf op. Maar gelukkig krijgen we soms ook andere signalen: bijvoorbeeld dat mensen toch beginnen te beseffen dat de overheid niet alles kan doen. Het moet voor een stuk ook van de mensen zelf komen. Kijk naar 'Naked', de happening die vandaag in de hippe Kammenstraat plaatsvindt. De opbrengst van hun Fashion for charity gaat naar Kamiano. Dat is dan weer een positief signaal.' Intussen hoor je constant alarmerende berichten over de dalende koopkracht. In welke mate worden jullie daarmee geconfronteerd? 'De dalende koopkracht wordt elke dag zichtbaarder. De nood neemt toe. Dat is de realiteit. Maar als je mijn mening vraagt is er vooral ��n groot probleem dat er met kop en schouders bovenuit steekt: de toenemende vereenzaming van de mensen. Als je niemand hebt om op terug te vallen, kan je echt aan lager wal raken. Onze maatschappij heeft een goed uitgebouwd sociaal vangnet, maar het probleem zit dikwijls bij mensen waarbij het leven iets complexer in elkaar zit. Mensen die te maken krijgen met verslaving, met een scheiding, met schulden. Er zijn gespecialiseerde centra genoeg die hen voor korte tijd kunnen helpen, maar daarna komen ze opnieuw op straat terecht en zijn ze alweer een vogel voor de kat. Ik hoor psychiaters wel vaker zeggen dat psychisch zieke mensen meer en meer op straat dreigen te komen. Die groep valt vrij makkelijk tussen de mazen van het net. Dat is het grote probleem van deze tijd.' U zegt ook: armen helpen is uit de mode. Maar uw organisatie telt vandaag wel meer dan duizend leden in ons land. 'Dat klinkt inderdaad paradoxaal, maar ik sta er soms van versteld hoeveel mensen zich nog altijd niet kunnen voorstellen wat armoede is. Dat zegt veel over ons welvaartsniveau. Er is veel onbegrip. Als het over armoede gaat, denkt men trouwens ook nog heel dikwijls aan generatiearmoede. En ja, die is er, maar het is maar een klein gedeelte van de populatie mensen in nood. Er zijn heel veel nieuwe vormen van armoede: nieuwkomers, ��noudergezinnen, psychisch zieken, bejaarden, ... Dat zijn de nieuwe armen voor wie men niet altijd hoop heeft. Als je al die mensen waarover we het nu hebben bij elkaar ziet, dan weet je dat het kleinburgerlijk is om te zeggen: mij zou dat nooit overkomen. Ik ken uiteindelijk niemand die ervoor gekozen heeft om een bedelaar te worden.' Hebt u soms niet het gevoel dat u tegen de bierkaai vecht? 'Ik vind van niet, nee. Liefdadigheid kan een mens helpen om met een opener blik te leven, om dankbaarder te zijn voor het leven.' Toen jullie halverwege de jaren '80 begonnen, lag de focus vooral op Antwerpen, het laboratorium van Vlaanderen. Toeval? 'Goh, in Antwerpen zijn natuurlijk een aantal fenomenen vroeger duidelijk geworden dan elders in Vlaanderen: migratie, eenzaamheid, dakloosheid, ... Wel, ik heb gemerkt dat elke stad haar armen herbergt. In een grootstad of daarbuiten, er zijn altijd arme mensen voor wie je iets kunt doen. Wat wij proberen te doen, is bewijzen dat geloven niet alleen maar een mooie theorie is. Het is mooi als je mensen in nood kunt helpen, als je armen eten kunt geven en kinderen kunt helpen met hun huiswerk. Antwerpen heeft ons ook goed geholpen om al die samenlevingsproblem tijdig te kunnen zien. En misschien nog belangrijker: Antwerpen heeft ons doen inzien dat je altijd wel iets kunt doen. Tegenwoordig hebben veel mensen te snel de neiging om te zeggen dat het allemaal te moeilijk is. Onzin natuurlijk. Veel heeft te maken met hoe mensen met elkaar omgaan.' U zei zojuist: de politiek kan niet alles doen. Allemaal goed en wel, maar hoe zit het met de politieke invloed van de Sint-Egidiusgemeenschap? 'De 'Hoop Op Papieren'-actie van twee jaar geleden is misschien wel een goed voorbeeld van hoe de overheid onze boodschap positief begrepen heeft. En zelfs heeft overgenomen. In het begin hadden de meeste politici nog bijzonder veel argwaan. Ze dachten eerst dat er totaal geen draagvlak was voor onze eisen rond humane amnestie voor mensen zonder papieren. Uiteindelijk hebben we toen meer dan vijfduizend mensen op de been gebracht en dat heeft inderdaad veel teweeggebracht. We hebben niet alleen de publieke opinie kunnen bespelen, maar ook politiek hebben we op dat vlak onze slag thuisgehaald. Als ik zie wat er vandaag in het regeerakkoord staat over regularisatie en migratie, dan kunnen we tevreden zijn. We hebben toen onder meer gezegd dat het kortzichtig zou zijn om al die goed ge�ntegreerde mensen terug te sturen terwijl we hen economisch gezien binnenkort nodig zullen hebben. Ook dat discours wordt nu volledig overgenomen. Wel, het is mooi als je ook effectief kunt vaststellen dat wat je doet ook effect kan hebben.'
|