NOODHULP VOOR DE ROHINGYA

"De grote Rohingya vluchtelingenkampen tenten en barakken gemaakt van stukken plastic, hout en plaatmateriaal dat in de omgeving is gevonden, in een steil gebied met aarde en modder als gevolg van de regen – worden bewoond door talrijke gezinnen en vele kinderen; een volk van kinderen die vragen om een toekomst, wiens leven dagelijks bedreigd wordt door het ontbreken van alles, in het bijzonder voedsel en drinkwater. Hun gezichten hebben te grote ogen, hun lichaam is te mager, beproefd door de honger en de vermoeidheid van de lange marsen. Het zijn ogen die je aankijken met hoop, met nieuwsgierigheid, maar waarin je een oneindige angst kunt lezen. Het zijn deze ogen die je het meest confronteren wanneer je je begeeft in de uitgestrekte rijen van hutjes en eenvoudige afdakjes, die abusievelijk "vluchtelingenkampen" genoemd worden en waar zo vele Rohingya opeengepakt zitten."

Meer dan een miljoen Rohingya vluchtelingen hebben hun toevlucht gezocht in Bangladesh. De meerderheid is de grens over land overgestoken, via de enig mogelijke doorgang. Anderen hebben Bangladesh bereikt over zee. Ze zijn gevlucht uit Myanmar. Het merendeel van hen slaapt in geïmproviseerde schuilplaatsen van plastic folie en lichte tenten, die zij hebben ontvangen van hulpgroepen.

De Gemeenschap van Sant’Egidio heeft, naast de verdeling van noodhulp, enkele hulprogramma's opgezet:

1. Medische ondersteuning aan de ziekenhuizen in het kamp van Shamlapur en Unchiprang, geopend door MOAS - dat zo'n 700 bezoeken per dag registreert - door de levering van medicijnen, apparatuur en het sturen van medisch personeel.



2. Bescherming van kinderen en educatie. Op 23 januari 2018 heeft de Gemeenschap een school geopend voor zo'n 300 kinderen in het kamp van Jamtholi, in samenwerking met de Bengalese jongerenorganisatie "We The Dreamers” en de Indonesische Muhammadiyah.

3. Samen met Caritas en de Kerk van Bangladesh worden dekens, kleding en andere primaíre behoeften gestuurd naar de kampen van Leda en van Kutupalong.