Sint Jan van Lateranen (Rome) viert feest deze avond, ter gelegenheid van de 47ste verjaardag van de gemeenschap van Sant’Egidio. Niettegenstaande de snijdende koude, liep de basiliek vol tot in de zijbeuken, met een volk dat de hele stad vertegenwoordigt: jongeren, volwassenen, bewoners van het centrum tesamen met wie woont in de buitenwijken, en vele armen die deeluitmaken van deze familie die ontstond in Rome in februari 1968, en die ondertussen verspreid is in 73 landen en meer dan 60.000 leden telt, en duizenden vrienden en sympatisanten. Onder de aanwezigen ook o.m. de voorzitter van de Italiaanse senaat, Pietro Grasso, enkele ministers en vertegenwoordigers van de gestelde lichamen.
De viering werd voorgegaan door Kard. Jaime Lucas Ortega y Alamino, aartsbisschop van Havana, en één van de hoofdrolspelers in de bijdrage van de Kerk tot de wijziging van de relaties tussen Cuba en de Verenigde Staten: “in bijna een halve eeuw – zo zei hij in zijn homilie – heeft de gemeenschap “nieuwe dingen” teweeg gebracht, vaak midden in een moeilijke wereld. Vandaag, na zevenenveertig jaar, gaat ze voort met haar inzet vol passie en enthousiasme, in een complexe en conflictueuze wereld, in de grote humane periferieën, om de armen te ontmoeten, de gewonden te verzorgen, om de muren af te breken, om de vrede te bewerken. In een complexe wereld werken jullie met evangelische eenvoud”.
De kardinaal herinnerde ook aan het nooit eerder geziene interreligieuze gebed, georganiseerd door de gemeenschap van Sant’Egidio van Havana, dat plaatsvond nog vòòr de ommekeer in de relaties tussen Cuba en de Verenigde Staten. “Een muur - die van het wantrouwen tussen twee staten - die onafbreekbaar leek: maar niets is onmogelijk voor God”. Hij sprak van een “nieuwe tijd van ontmoeting en dialoog” tussen Cuba en de VS en hij drukte het verlangen uit dat “dat belangrijke signaal de hele wereld moge aansteken”, in het bijzonder Oekraïne, Syrië en Irak.
Marco Impagliazzo, de voorzitter van Sant’Egidio, bedankte in zijn toespraak kardinaal Alamino “voor zijn groot werk voor de vrede en voor de ontwikkeling van het Cubaanse volk”, en hij legde ook de nadruk op het belang van de vriendschap met de armen, die een maatstaf is om de menselijkheid in een samenleving te meten: “zij zijn het die ons vele dingen hebben geleerd over de wereld, dingen die we anders niet hadden kunnen begrijpen: zij zijn het compas voor een humane cultuur, want zij tonen de ware aard van het leven. Een mensheid die vriend is van de armen draagt in zich een zin voor universaliteit: ze behoedt allen voor een barbaarse samenleving. De mannen en vrouwen van de globalisering zijn vaak begrensd door een leven dat geleefd wordt voor zichzelf. Daarom vinden ze maar weinig geluk. Maar het geluk bestaat niet zonder de edelmoedigheid”.
Impagliazzo herinnerde ook het bezoek van Paus Franciscus aan de gemeenschap eerder dit jaar. De paus moedigde toen de gemeenschap aan om verder te gaan op haar weg van gebed, vriendschap met de armen en werk voor de vrede door een “ware revolutie te bewerkstelligen, die van het medelijden en van de tederheid”, en vriendschappen op te bouwen daar waar vijandschap en onverschilligheid heersen.
Talrijke andere feesten en vieringen staan op het programma de komende dagen, en zullen plaatsvinden in vele uithoeken van de wereld, daar waar de gemeenschap aanwezig is. Allen staan ze in het teken van de drie sleutelwoorden “Gebed, armen en vrede”, die volgens paus Franciscus het programma zijn van de gemeenschap sinds haar ontstaan. |