Comunità di S.Egidio


 

05/04/2007


Hoofd vol bloed en wonden

 

Op straat merk je het nauwelijks, op televisie ook al niet, maar dezer dagen is het de Goede Week. Voor christenen is deze week, die het lijden van Christus centraal stelt en die eindigt met Pasen, een cruciaal moment.

In zuiderse culturen gaat de passieweek gepaard met kleurrijke Semana Santa-processies. In het Corsicaanse Sart� mag jaarlijks ��n gevangene - er zijn telkens veel kandidaten - met een kap over het hoofd, blootsvoets en geketend Christus op zijn lijdensweg uitbeelden, terwijl de omstaanders hem bespotten of een voetje lichten. En wellicht toont het tv-nieuws ons ook de obligate beelden van een of andere Filippino die zich laat kruisigen.

In weerwil van die spectaculaire folklore zijn deze dagen voor gelovigen eigenlijk zeer intiem. Ze sluiten meer aan bij de sfeer die Bachs Matth�uspassion oproept. De rijkdom aan gevoelens en bespiegelingen over wezenlijke menselijke ervaringen als verraad en vriendschap, nabijheid en afstand, lijden en leven, sterven en opnieuw geboren worden, kent in de geschiedenis van de mensheid wellicht zijn gelijke niet. Ze bezit ook de kracht om het hart van niet-gelovigen te raken. Weinigen bijvoorbeeld kunnen zo ontroerd en lyrisch de schoonheid van een koraal als 'O Haupt voll Blut und Wunden' verwoorden als Etienne Vermeersch.

Hoewel er veel karikaturen en valse voorstellingen over circuleren, klopt het dat de lijdensthematiek een centrale plaats inneemt in het christendom. Dat hoeft echter geen dolorisme of verheerlijking in te houden. Integendeel, het helpt ontelbare christenen ook vandaag om halt te houden bij wie lijdt, om niet op de vlucht te slaan, maar om liefdevol en solidair nabij te zijn. Hun stichter heeft zich immers ge�dentificeerd met de slachtoffers van de geschiedenis, de hongerigen, gevangenen, vluchtelingen en beschimpten. En hij is als een ter dood veroordeelde gestorven. Daarom vind je over de hele aarde christenen op plaatsen van ellende: in krottenwijken, gevangenissen en ziekenhuizen, in vluchtelingenkampen, bij sans-papiers en andere verschoppelingen der

aarde: dat is hun corebusiness, en dat moet ook zo blijven. Het kruis is wezenlijk voor het christendom dat daarmee al eeuwenlang handen en voeten geeft aan allerhande vormen van naastenliefde. Niet voor niets is het hospitaal een christelijke uitvinding.

Uiteraard is het kruis in de geschiedenis ook vaak geperverteerd als een symbool van macht en verdrukking. Het gedrag van christenen is helaas niet altijd de beste reclame voor hun stichter. Maar zonder dat kruis zou de wereld van vandaag een veel onmenselijker plek zijn, daar ben ik van overtuigd.

Een van de passages uit het lijdensverhaal die mij het meeste raken, is de tederheid waarmee enkele vrouwen het dode lichaam van Jezus balsemen en in het graf leggen. Bij hoeveel hedendaagse kruisen is er vandaag niet eens een levende ziel of een klein gebaar van medemenselijkheid te bespeuren? Hoeveel lichamen worden niet eens opgeraapt, niet herinnerd en beweend, of worden brutaal in een massagraf geworpen?

De vrouwen bij het graf beschikten over geen enkele maatschappelijke relevantie in de joodse wereld van toen. Wat was de effici�ntie of het probleemoplossende gehalte van hun gebaar? Ze hebben wel de essentie van Jezus' boodschap, de liefdevolle aanwezigheid, aangevoeld en beleefd, en die wordt tot op vandaag doorverteld. Niet toevallig worden zij de eerste getuigen van de verrijzenis. De opstanding uit de doden blijft een groot mysterie, maar iets wordt wel duidelijk: de dood wordt niet overwonnen door bruut geweld maar door de zwakke kracht van de liefde.

Hilde Kieboom