Comunità di S.Egidio


 

07/03/2008


De start van Sint-Egidius, Antwerpen
De oprichtster van de Belgische Sint-Egidiusgemeenschap, Hilde Kieboom, vertelt voor Groot Nieuws Radio over het prille begin.

 

Hilde Kieboom was in 1981 pas zestien toen men haar vroeg mee te gaan naar Rome. �Er was een plaats vrij in de auto� Wat mij van dat bezoek vooral is bijgebleven, is de ontmoeting met de mensen van Sant�Egidio. Toen de anderen de eerste keer naar binnen gingen in het kerkje dat de gemeenschap van het bisdom ter beschikking heeft gekregen, ben ik buiten blijven wachten tot het was afgelopen. Ik ben pas de volgende dag mee naar binnen gegaan. Ik beschouwde mezelf toen ik die eerste keer naar Rome ging, als iemand die niet geloofde. Ook mijn ouders waren, zoals velen van hun generatie weggegroeid van de Kerk. Kwam ik katholieken tegen, dan waren dat meestal mensen die zich daarover schaamden of zeiden: ik doe werken vanuit christelijke inspiratie. De mensen in Rome, vooral studenten, getuigden met grote frisheid en overtuiging van hun geloof in het evangelie en van de zekerheid dat zij met hun geloof en vriendschap moeilijke situaties van armoede konden veranderen.�

Vooroordelen

�Die eerste ontmoeting maakte 101 vragen bij me los en van daaruit is het geloof in mij effectief gegroeid. Hun vreugdevolle beleving heeft mij jaloers gemaakt.

Ik was er vanaf het begin van overtuigd dat zo�n manier van het evangelie beleven in mijn stad Antwerpen mogelijk en eigenlijk ook nodig was.

Toen ik weer naar huis ging, leefden er in mij eigenlijk twee grote vooroordelen. Ten eerste: Antwerpen is een rijke stad en Rome is arm. En ten tweede: Itali� is nog katholiek, daar gaan ze nog naar de kerk, en in Vlaanderen ga je geen mensen vinden die daarin ge�nteresseerd zijn. Beide klopten niet. Onder mijn medestudenten vond ik wel degelijk mensen die nadachten. Voor velen was het een grote verrassing dat juist ik met zoiets afkwam.�

Schipperskwartier

Het zou na die eerste kennismaking nog vier jaar duren voordat Hilde met enkele medestudenten effectief begon. �We hebben gezegd: we willen zo�n Sant�Egidiogemeenschap zijn. Dat betekent twee dingen: bidden zoals men in Rome doet, een vesperdienst, waarin een evangelielezing centraal staat en een kort commentaar, enkele liederen, een Onze Vader, een psalm en voorbeden. En een tweede belangrijk element was en is nog altijd: iets samen doen voor mensen in nood. In ons geval betekende dat dat we met een plattegrond van de stad op zoek zijn gegaan naar waar die armenwijken waren. De meesten van mijn vrienden en ikzelf kwamen van de groene rand van Antwerpen, de mooie rijkere wijken, waar je als jonge tiener geen idee hebt van welke armoede er bestaat. We gingen in feite op zoek naar die andere stad in onze stad.

We zijn met z�n zevenen naar het Schipperskwartier en Het Eilandje getrokken om vereenzaamde bejaarden op te zoeken en kinderen van prostituees en extreem arme gezinnen naschoolse begeleiding te bieden.�

Vriendschap

�We zijn eenvoudigweg met een voetbal de straat opgegaan en de kinderen zijn naar ons toe gekomen. We ontmoetten enkele oudere mensen op straat en hebben met hen gesproken. Zij vertelden ons onmiddellijk over andere bejaarden die geen bezoek kregen. Dat is eigenlijk het gemakkelijkste aspect van het hele verhaal. Jezus zegt zelf: de armen zul je altijd vinden en dat is ook echt onze ervaring. Armen mensen vinden om te gaan helpen is nooit een probleem.

Ik herinner me een Fran�aise, Charlotte, die op Het Eilandje woonde in een totaal verkrotte woning met slechts ��n toilet voor een hele straat. Geen huisnummers, geen naambordjes. Wij dachten dat het er onbewoond was. Ik kon me niet voorstellen dat mensen in zulke omstandigheden leefden met als enig gezelschap enkele honden en katten. Zij was aanvankelijk heel wantrouwig; het heeft lang geduurd voor ik binnen mocht. Tot eenmaal het ijs gebroken was, waren wij de studenten van Het Eilandje en haar grote vrienden en de familie die zij niet had. Wij zijn allereerst haar vrienden geworden, hebben naar haar verhalen geluisterd. Zij kwam al jaren niet meer buiten, verzorgde zich niet meer, had geen hulp in huis. Wij hebben bestaande sociale diensten gecontacteerd en bij haar gebracht. We hebben bij haar eten gemaakt, alles om iemand thuis gelukkig te maken.�

Ed Arons