In Pakistan, het toneel van spanningen en geweld tussen moslims en christenen, trachten Muhammad Abdul Khabir Azad en Paul Bhatti een model van dialoog en vriendschap te ontwikkelen onder de leiders van de twee gemeenschappen. De eerste is imam van de moskee van Lahore en Paul Bhatti is de broer van Shabaz, de minister voor de Minderheden die in maart 2011 vermoord werd omdat hij zich inzette voor een cultuur van samenleven en vrede tussen de religieuze minderheden in het land.
“De islam is de godsdienst van de vrede en het welzijn; volgens de Koran is de beste mens ter wereld hij die alle mensen in vrede laat leven,” zei Azad, een van de belangrijkste moslimpersonaliteiten in het land.
Hun model bestaat uit samenspraak en het samen zoeken naar vredelievende oplossingen telkens als er zich spanningen voordoen. De imam vertelde over een groep moslims die huizen van christenen in brand gestoken hadden en die ook andere gebouwen in vlammen wilden doen opgaan. Maar Azad, nauwelijks ter plekke aangekomen, verzamelde de onheilstichters om zich heen, zegende hen en legde hun uit dat dit niet de leer van de profeet is, waardoor de agressoren afzagen van verder geweld.
Paul Bhatti vertelde dat hij gebruik maakte van zijn vriendschap met Azad om een einde te maken aan het geweld tegen een meisje dat van godslastering beschuldigd werd, maar tegen wie de beschuldigingen ingetrokken werden. Voorts getuigde hij van de steun die hij kreeg van veel moslimvrienden toen hij doodsbedeigingen ontvangen had.
“Het belangrijkste is de wortels van het geweld bloot te leggen”, zei Azad. Een van die wortels is volgens Bhatti de onwetendheid van de bevolking: “als kinderen niet naar school gaan, kunnen ze hun cultureel potentieel niet ontwikkelen en vormen ze vruchtbare grond om gebrainswasht te worden door gewelddadige ideologieën die haaks staan op de leer van de grote godsdiensten.”
|