De onder-secretaris-generaal van de VN Jeffrey Feltman en de president van de Gemeenschap van Sant’Egidio Marco Impagliazzo hebben, door het wisselen van intentiebrieven, de samenwerkingsrelatie geformaliseerd tussen het Departement Politieke Zaken van de VN en de Gemeenschap van Sant’Egidio. 25 jaar na ondertekening van de vrede in Mozambique en na vele samenwerkingen in verschillende delen van de wereld in crisis, zal deze overeenkomst zorgen voor meer doeltreffende acties in het streven naar vrede.
De onder-secretaris-generaal Feltman sprak met grote waardering over het werk van de Gemeenschap in de wereld. Hij benadrukte onder andere de onvervangbare bijdrage in het samenbrengen rond de tafel van alle actoren van de crisis, die door anderen niet bereikt worden, en het belang van Sant’Egidio als globaal netwerk van dialoog en humanitaire inzet.
“Een overeenkomst die de erkenning is van 25 jaar succesvol werk van Sant’Egidio, beginnend met de vrede in Mozambique in 1992,” zei Marco Impagliazzo.
De ceremonie, die de officiële toetreding van de Gemeenschap tot de Verenigde Naties markeert, vond plaats op het hoofdkantoor van de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de VN. Sant’Egidio is op dit moment in het bijzonder actief in vier landen: de Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan, Libië en Senegal.
“Ondertussen zijn we een internationale instelling geworden die erkend word door vele regeringen – voegde Impagliazzo toe. Het gegeven een actor te zijn die geen politieke of economische belangen heeft, maar alleen humanitaire, geeft ons meer kracht om duidelijkere operationele impact te hebben. In de afgelopen jaren hebben we ook een groot vermogen ontwikkeld om de religies in te zetten voor het werk voor vrede.”
Voor Feltman “erkent de ceremonie van vandaag de ongelooflijke rol van Sant’Egidio. Het is duidelijk dat de VN alleen de conflicten niet kan voorkomen of oplossen. Ik ben vereerd om hier te zijn om het belang van de samenwerking met de Gemeenschap te tonen en haar vermogen om diegenen te bereiken die we ‘het moeilijkst te benaderen’” noemen. |