Eens
boef, altijd boef?
Velen
hebben een gevangeniservaring achter de rug. De gevangenis werd
de wachtkamer voor een leven op straat. Vaak zijn alle
referentiekaders (familie, bekenden) weggevallen op het ogenblik dat
men de gevangenis verlaat.
De
misdrijven van de daklozen vallen bijna allemaal onder de noemer van
de "kleine criminaliteit". Men zou vermoeden dat de
maatschappelijke re�ntegratie van deze betrokkenen vlot kan
verlopen omdat het gewoonlijk om kleine misdrijven en korte
gevangenisstraffen gaat, waarbij men van een of andere vorm van
strafvermindering kan genieten. Meermaals echter hervallen daklozen
in crimineel gedrag wanneer zich geen ernstige alternatieven
aandienen.
Wie
fouten maakt, betaalt twee keer het gelag
De
gevangeniservaring van deze mensen kadert in een familiale en
culturele context van kansarmoede: al te dikwijls gaat het om
personen die weinig of geen bagage en/of financi�le marge hebben. De
ijzeren logica luidt: wie ��nmaal een scheve schaats rijdt,
betaalt de dubbele rekening - ��nmaal de straf zelf en ��nmaal
de daaropvolgende herhaalde uitsluiting uit de sociale context en
heel wat sectoren in de arbeidsmarkt.
Wie
herhaalde straffen oploopt, maakt inderdaad zeer weinig kans om nog
in het gewone arbeidscircuit terecht te komen. Daarbovenop komt
de complicerende factor van de afwezigheid van een vaste woonplaats:
naar werk zoeken terwijl men zelf voortdurend op de dool is -en dus
niet de kans heeft zich fatsoenlijk te wassen en te kleden, over een
telefoon te beschikken of een adres te hebben waar men vindbaar of
bereikbaar is - wordt quasi onmogelijk.
Het
leven als een gevangenis
Soms
is de lichamelijke toestand van wie op straat leeft er zo erg aan
toe dat de gezondheid van een dakloze er aanzienlijk op vooruitgaat
in de gevangenis; op zijn minst eet hij er iets fatsoenlijks en
voedt hij zich op regelmatige tijdstippen. Paradoxaal genoeg wordt de
gevangenis voor sommigen het enige "huis" waar men steeds
terecht kan en de enige plek waar men een legaal werk kan krijgen.
Zo bizar kan de situatie van een dakloze worden. Het ontbreekt de
daklozen vaak niet aan goede wil om te werken, maar voor een zwerver
liggen de werkkansen bijzonder klein op de arbeidsmarkt.
Daklozen
hebben helaas weinig toegang tot alternatieve straffen. Het eerste
probleem dat zich hier stelt is immers een economisch: de
onmogelijkheid om zich een advocaat te veroorloven maakt dat men
steeds een beroep moet doen op gratis juridische hulp (pro
deo-advocaten). Niet altijd beschikken deze laatsten over alle
nodige informatie om de voordelen af te dwingen waarop hun cli�nt
recht heeft. Dat veronderstelt immers vanwege de dakloze een zekere
vertrouwdheid met de maatschappelijke context en zijn regels. En die
bezit hij niet.
Ook
hier is het weer van doorslaggevend belang dat een dakloze een vaste
verblijfplaats heeft om voor alternatieve straffen (b.v.
huisarrest, sociale dienstverlening, verlof) in aanmerking te komen.
|