Comunità di S.Egidio

Vrienden op straat


Chiesa di Sant'Egidio - Roma

Wie zijn de daklozen?

Geen familie

De eenzaamheid maakt gek

De strijd om de eigenwaarde

De storm 
van het leven

Jong en toch geen toekomst

Eens boef, 
altijd boef?

Werkloos

Thuisloos

Vreemd zijn

De hoop op een betere toekomst


Ga terug naar:

Vrienden
op straat

Home page

Select language

Francesca Zuccari 

 

Eens boef, altijd boef?

Velen hebben een gevangeniservaring achter de rug. De gevangenis werd de wachtkamer voor een leven op straat. Vaak zijn alle referentiekaders (familie, bekenden) weggevallen op het ogenblik dat men de gevangenis verlaat.

De misdrijven van de daklozen vallen bijna allemaal onder de noemer van de "kleine criminaliteit". Men zou vermoeden dat de maatschappelijke re�ntegratie van deze betrokkenen vlot kan verlopen omdat het gewoonlijk om kleine misdrijven en korte gevangenisstraffen gaat, waarbij men van een of andere vorm van strafvermindering kan genieten. Meermaals echter hervallen daklozen in crimineel gedrag wanneer zich geen ernstige alternatieven aandienen.

Wie fouten maakt, betaalt twee keer het gelag

De gevangeniservaring van deze mensen kadert in een familiale en culturele context van kansarmoede: al te dikwijls gaat het om personen die weinig of geen bagage en/of financi�le marge hebben. De ijzeren logica luidt: wie ��nmaal een scheve schaats rijdt, betaalt de dubbele rekening - ��nmaal de straf zelf en ��nmaal de daaropvolgende herhaalde uitsluiting uit de sociale context en heel wat sectoren in de arbeidsmarkt.

Wie herhaalde straffen oploopt, maakt inderdaad zeer weinig kans om nog in het gewone arbeidscircuit terecht te komen. Daarbovenop komt de complicerende factor van de afwezigheid van een vaste woonplaats: naar werk zoeken terwijl men zelf voortdurend op de dool is -en dus niet de kans heeft zich fatsoenlijk te wassen en te kleden, over een telefoon te beschikken of een adres te hebben waar men vindbaar of bereikbaar is - wordt quasi onmogelijk.

Het leven als een gevangenis

Soms is de lichamelijke toestand van wie op straat leeft er zo erg aan toe dat de gezondheid van een dakloze er aanzienlijk op vooruitgaat in de gevangenis; op zijn minst eet hij er iets fatsoenlijks en voedt hij zich op regelmatige tijdstippen. Paradoxaal genoeg wordt de gevangenis voor sommigen het enige "huis" waar men steeds terecht kan en de enige plek waar men een legaal werk kan krijgen. Zo bizar kan de situatie van een dakloze worden. Het ontbreekt de daklozen vaak niet aan goede wil om te werken, maar voor een zwerver liggen de werkkansen bijzonder klein op de arbeidsmarkt.

Daklozen hebben helaas weinig toegang tot alternatieve straffen. Het eerste probleem dat zich hier stelt is immers een economisch: de onmogelijkheid om zich een advocaat te veroorloven maakt dat men steeds een beroep moet doen op gratis juridische hulp (pro deo-advocaten). Niet altijd beschikken deze laatsten over alle nodige informatie om de voordelen af te dwingen waarop hun cli�nt recht heeft. Dat veronderstelt immers vanwege de dakloze een zekere vertrouwdheid met de maatschappelijke context en zijn regels. En die bezit hij niet.

Ook hier is het weer van doorslaggevend belang dat een dakloze een vaste verblijfplaats heeft om voor alternatieve straffen (b.v. huisarrest, sociale dienstverlening, verlof) in aanmerking te komen.