Comunità di S.Egidio

Vrienden op straat


Chiesa di Sant'Egidio - Roma

Wie zijn de daklozen?

Geen familie

De eenzaamheid maakt gek

De strijd om de eigenwaarde

De storm 
van het leven

Jong en toch geen toekomst

Eens boef, 
altijd boef?

Werkloos

Thuisloos

Vreemd zijn

De hoop op een betere toekomst


Ga terug naar:

Vrienden
op straat

Home page

Select language

Francesca Zuccari 

Vreemd zijn

Heel wat jongere vreemdelingen trachten asiel te zoeken in West-Europa. Het blijkt dat ze vooral de eerste weken of maanden geen onderdak krijgen omdat ze nog geen werk hebben of zich nog niet in regel hebben gesteld. Ze kunnen niet altijd terecht in geschikte opvangplaatsen. Vaak botsen ze op vooroordelen van huiseigenaars wanneer ze een appartement of een studio willen huren.

De meesten zoeken asiel om snel werk te vinden zodat ze hun familie in hun thuisland kunnen steunen. Anderen vluchten omdat ze hun familieleden willen vervoegen die al in een Europees land wonen. De ervaring van een tijd op straat te moeten leven is voor velen een bijzonder pijnlijke eerste etappe in hun integratie.

In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, staan asielzoekers cultureel gesproken erg ver van het lijdzaam aanvaarden van een leven op straat. Integendeel, het is een bron van grote schaamte en vernedering, maar vaak komt men er helaas niet onderuit.

Sommigen zijn genoodzaakt nog een tijd op straat te blijven leven, zelfs wanneer ze ergens werk hebben gevonden. Slechts voor enkelingen tekent zich hetzelfde scenario af als voor andere mensen zonder onderdak, met dat verschil dat ze niet weten tot wie ze hun vraag om hulp of werk moeten richten, dat ze de landstaal niet kennen en vooral, dat ze schrik hebben om hulp te vragen.

Heimwee

Heimwee naar het thuisland en naar de familieleden is eigen aan iedereen die lang uit zijn land weg is, ongeacht de levensomstandigheden. Voor wie op straat leeft worden die gevoelens een moeilijkheid bovenop de andere redenen van bestaansonzekerheid. Voor sommigen is het een bron van woede. 

In de macht van de straat

Dakloze vreemdelingen staan meer bloot aan het geweld op straat: ze hebben minder opvangmogelijkheden in de weinige voorzieningen, dikwijls zijn ze jong en zijn ze niet in orde met hun papieren (cfr. sans-papiers). Velen zoeken beschutting voor de nacht op onveilige plaatsen uit schrik om gecontroleerd of weggestuurd te worden: onder bruggen, in leegstaande bouwvallige panden, langs treinsporen, �. Niet zelden vinden ze de dood, omdat ze risico's nemen uit schrik om gesnapt te worden.

Ziek mensen zonder papieren zullen niet gemakkelijk hulp vragen in het ziekenhuis uit schrik om uitgeleverd te worden. Als ze zich aandienen bij de dienst spoedgevallen, dan worden ze niet altijd geholpen zoals het hoort, mede door hun moeilijkheid om zich verstaanbaar uit te drukken; dat maakt het leven voor hen nog maar eens moeilijker.

Ver van huis

Sommigen worden alcoholist door hun leven op straat. Wanneer het om asielzoekers uit moslimlanden gaat, dan ervaren zij dat probleem als een grote schande en een oordeel meer over hun leven dat zo al moeilijk genoeg is. Ook hier geldt weer het bewustzijn van een dubbele mislukking: men heeft niets kunnen opbouwen en heeft daarenboven de religieuze voorschriften ook nog met de voeten getreden.

Deze situatie veroorzaakt veel lijden, want nooit verliezen zij het verlangen om eruit te geraken, tenzij ze t� vereenzaamd zijn geworden. Dat wordt duidelijk op enkele ogenblikken van het jaar, bijvoorbeeld gedurende de ramadan voor de moslims.

Gewoonlijk vinden vreemdelingen snel hun gewoon dagritme terug wanneer ze opnieuw kunnen beginnen werken.

Het isolement dat dakloze asielzoekers ondergaan is soms groter dan dat van autochtonen. Soms worden zij als een bedreiging ervaren en uitgesloten door de anderen op straat, zeker wanneer ze een beroep moeten doen op dezelfde dienstverlening.

Zo ontstaan nodeloze spanningen onder de kansarmen, mede door een tekort aan infrastructuur. Waar voldoende middelen voorhanden zijn, ondervindt men geen probleem tussen autochtonen en allochtonen, maar groeit integendeel ook onderlinge solidariteit.