De
eenzaamheid maakt gek
Eenzaamheid
is de bindende factor bij alle thuislozen. Dat is geen keuze,
maar een lot waaraan sommigen nooit wennen.
Dat
betekent niet dat de thuislozen de band met hun familie pers�
willen herstellen; het gaat hier om een complexe problematiek
waarbij we niet te vlug mogen veralgemenen. Integendeel: soms doen
verzoeningspogingen nog meer kwaad dan de herinneringen waarmee zij
stilaan hebben leren leven.
Hoe
ervaren de daklozen het straatleven en wat zijn de gevolgen?
Sommigen
hebben of krijgen psychische problemen. Is de straat de oorzaak
van hun psychische storingen of worden psychisch zwakkeren
makkelijker de straat op gedreven? Het feit dat zoveel daklozen met
psychische problemen op straat blijven leven, is een symptoom van de
algemene malaise van het stadsleven. Voor de klassieke structuren en
diensten is het niet eenvoudig om deze mensen te bereiken en te
begeleiden.
Dakloosheid
is gewoonlijk een gevolg van menselijke broosheid: de onzekerheid
over de toekomst, eenzaamheid, uitsluiting, schaamte of moeilijke
levensomstandigheden zijn voor sommige mensen t� zware
beproevingen. Enkele vormen van psychoses of obsessies die we
bij de daklozen vaststellen komen rechtstreeks voort uit het leven
dat ze leiden. Afgezien van de oorzaak en het verloop van hun
ziekte, vertoont de vorm gelijkaardige symptomen.
Vele
vijanden
Het
leven op straat is een dagelijkse struggle for life.
Daarin moet men leren hoe zich te verdedigen. De vijanden zijn
talrijk: pickpockets, andere daklozen, politie, personeel van
parken, stations of metrohaltes, maar ook koude, regen, tal van
ziektes, sluitingsdagen van winkels. Op straat moet je altijd op je
hoede zijn - de minste fout of na�viteit wordt duur betaald.
Met
het leven op straat groeit de angst. De strijd om zich
voortdurend te moeten verdedigen tegen echte of ingebeelde
'agressors', mondt soms uit in een fundamenteel wantrouwen tegenover
iedereen die in de buurt komt. Daklozen trekken muren van wantrouwen
rond zich op waardoor ze vaak onbereikbaar worden. Daardoor kunnen
ze al eens onverwachte reacties hebben: ze zijn verlegen, weigeren
vragen te beantwoorden of hulp te aanvaarden, soms zijn ze
agressief. De dakloosheid wordt een gevangenis waaruit het
moeilijk ontsnappen is.
Gaat
het om achtervolgingswaanzin of re�le gevaren? Wat het antwoord ook
mag zijn, deze "manie�n" vormen een concreet probleem
waaraan mensen lijden en waarvoor oplossingen moeten geboden worden.
Zo zijn er degenen die geen voedsel willen aannemen en evenmin naar
een thuislozenrestaurant willen gaan uit schrik voor vergiftiging.
Sommigen zitten enkel met hun rug tegen een muur uit angst voor een
overval. Weer anderen sluiten zich op in zwijgzaamheid uit schrik om
met anderen in gesprek te moeten treden. Het zijn overdreven
verdedigingsmechanismes, maar geen uitingen van onredelijke waanzin:
de ontgoochelingen en de terreur om nieuwe negatieve of pijnlijke
ervaringen te moeten meemaken, verklaren deze houdingen.
De
eeuwige stilte
Niet
zelden zie je mensen in zichzelf praten, soms met een ingebeelde
gesprekspartner die voor hen werkelijk aanwezig is. Beeld je
even in wat het betekent om een ganse dag lang nooit met niemand te
kunnen praten; dan vindt men iemand uit. Met die "iemand"
kan je dan over dingen praten die niemand interessant genoeg vindt
om naar te luisteren, of je kan er je zorgen aan kwijt.
Als
je de daklozen echter aanspreekt, dan kom je al gauw tot de
vaststelling dat ze een echte gesprekspartner nodig hebben:
iemand met een echte stem, die echte vragen stelt en echt antwoordt.
De grote behoefte bij de daklozen om te praten en over zichzelf
te vertellen valt op, een behoefte die echter niet steeds
gelijke tred houdt met het vermogen om zich verstaanbaar te maken. Een
aandachtig luisteraar kan met hen in dialoog treden.
En
in zo'n gesprek krijgen ogenschijnlijk onsamenhangende flarden
"als bij wonder" een zekere logica. Dikwijls
lijken hun verhalen tijdloos, of beter, lijkt het alsof de tijd stil
is blijven staan op ��n welbepaald ogenblik in hun leven. Anderen
hebben het gewoonweg afgeleerd te praten en brengen slechts moeizaam
enkele woorden uit.
Schreeuwen
om gehoord te worden
Anderen
kunnen zich niet anders meer uiten dan door te roepen. Daarom
schreeuwen ze nog niet naar iemand welbepaald. Soms klinkt hun stem
gewoon harder dan normaal of is het een manier om zich agressief op
te stellen: het is zowel uiting van een verlangen om aandacht te
trekken als een vorm van zelfverdediging tegenover een vijandige
wereld. Dat alles doet hun vereenzaming toenemen als een
vicieuze cirkel. Maar achter dat geschreeuw gaat vaak een angstig
mens schuil, die bang is voor zijn medemensen, voor de wereld, voor
de eenzaamheid. Halt houden om met hen te praten en met hen in
dialoog te treden heeft soms onwaarschijnlijke gevolgen: het
harde roepen houdt op, een stem klinkt opnieuw normaal.
Iemand
die op straat leeft komt veel te kort, ook en vooral op het vlak van
sociale relaties. Emotionele stabiliteit is immers intens
verbonden met de stabiliteit van familie of vriendschapsrelaties,
gewoontes en vaste referentiepunten. Wanneer al deze dingen
ontbreken, zoals het geval is bij iemand die op straat leeft, is het
gemis eraan vaak bron van "eigenaardige" houdingen. Achter
elke "eigenaardigheid" schuilt echter een geschiedenis van
lijden.
|