
|
II statie
Ten val komen
Tijdens de maaltijd nam Hij een brood, sprak de zegenbede uit, brak het brood, gaf het hun en zei : � Neem het, dit is mijn lichaam. � Ook nam Hij een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun die beker ; ze dronken er allen uit. En Hij zei hun : � Dit is mijn bloed van het verbond, uitgeschonken voor velen. Ik verzeker jullie, Ik zal niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot de dag waarop Ik de nieuwe oogst zal drinken in het koninkrijk van God." Na het zingen van de psalmen gingen ze de stad uit, naar de Olijfberg. Toen zei Jezus tegen hen : � Jullie zullen allemaal ten val komen, want er staat geschreven : Ik zal de herder treffen, en de schapen zullen verstrooid worden. Maar na mijn opwekking zal Ik jullie voorgaan naar Galilea. Maar Petrus zei tegen Hem : � Ook al komen ze allemaal ten val, ik zeker niet �. Jezus zei tegen hem : � Ik verzeker je : vandaag, in deze nacht, nog voordat de haan twee keer kraait, zul jij Me drie keer verloochenen. � Maar hij verklaarde met nog meer nadruk : � Ook al moet ik samen met U sterven, ik zal U niet verloochenen. � Dat zeiden ze allemaal.
(Mc 14, 22-31)
|

Duccio di Buoninsegna Ges� parla agli apostoli
|
Het gesprek wordt niet alleen aan tafel gevoerd. Ook als ze op weg gaan naar de Olijfberg, spreekt Jezus tot de leerling die zich afvroeg : �Ben ik het misschien ? �. Hij spreekt over de zwakte : �Jullie zullen allemaal ten val komen, want er staat geschreven : Ik zal de herder treffen, en de schapen zullen verstrooid worden�. Dit woord van Jezus wekt onmiddellijk de reactie op van Petrus. Zijn antwoord is niet realistisch, ook al lijkt het waar en in elk geval spontaan. De spontaniteit verraadt wat wij over onszelf denken, en dat is dikwijls onwaar en onrealistisch. De reactie van Petrus verraadt dat zijn zekerheid niet aan het wankelen is gebracht. Hij gelooft dat hij zichzelf goed kent : �Ook al komen ze allemaal ten val, ik zeker niet�. Jezus legt hem uit : �Ik verzeker je, vandaag, in deze nacht, nog voordat de haan twee keer kraait, zul jij me drie keer verloochenen�. Maar Petrus antwoordt opnieuw en met grote aandrang : �Ook al moet ik samen met U sterven, ik zal U niet verloochenen�. Niet alleen Petrus zegt dat. Ze hebben allen hetzelfde gevoel : �Dat zeiden ze allemaal�. Ook wij denken in onze hoogmoed dat wij ons leven kennen, dat we weten waar ons geluk ligt en waar we kracht uit putten. Zo blijven we ongevoelig voor het vriendschappelijk woord van Jezus die tot ons spreekt, die ons helpt, die meer begrijpt dan wijzelf. Hoogmoed maakt ons vaak doof. De twijfel maakt ons echter voor een ogenblik gevoelig : � Ben ik het misschien ? � Maar dan keert de hoogmoed terug, onmiddellijk en met volle kracht. Nochtans waren de woorden van Jezus over de zwakte niet volledig zonder hoop. De schapen zullen weliswaar verstrooid worden als de herder geslagen wordt. De leerlingen zullen verstrooid worden, maar �na mijn opwekking zal Ik jullie voorgaan naar Galilea� - had Jezus gezegd. Het is een korte, maar belangrijke zin. Na de grote crisis komt de verrijzenis en zal er leven in overvloed zijn. Met deze woorden geeft Jezus zijn leerlingen een afspraak. Dit �Ik zal jullie voorgaan naar Galilea � is een afspraak met de levende Heer, op een concrete plaats die ze goed kennen.
|
|