Comunità di S.Egidio

Pasen 2003
Kruisweg


III statie
Slaap, dan moet je niet naar de verliezer kijken

Ze kwamen bij een plek die Getsemane heet, en Hij zei tegen zijn leerlingen : � Ga hier zitten, terwijl Ik ga bidden. � En Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee en begon angstig en onrustig te worden, en zei tegen hen : � Ik ben dodelijk bedroefd. Blijf hier, en blijf wakker. � Hij ging een eindje verder en wierp zich op de grond. Hij bad dat dit uur, als het mogelijk was, aan Hem voorbij zou gaan. � Abba, Vader, � bad Hij, � U kunt alles. Neem deze beker van Mij weg. Maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt. � Hij ging terug en vond hen in slaap, en Hij zei tegen Petrus : � Simon, slaap je ? Kon je niet ��n uur wakker blijven ? Blijf wakker en bid dat jullie in de beproeving niet bezwijken. De geest is wel van goede wil, maar het vlees is zwak. � Hij ging weer bidden met dezelfde woorden. Toen Hij weer terugkwam, vond Hij hen wederom in slaap, want hun ogen waren zwaar, en ze wisten niet wat ze Hem moesten antwoorden. Hij kwam voor de derde keer en zei tegen hen : � Slaap nu maar rustig verder. Het is voorbij. Het uur is gekomen ; nu wordt de Mensenzoon overgeleverd in de handen van de zondaars. Sta op, laten we gaan. Kijk, hij die Mij overlevert, komt eraan. �
(Mc 14, 32-42)


Duccio di Buoninsegna
Preghiera nell'orto degli ulivi


Hier komt de ongevoeligheid van de leerlingen naar boven : �Blijf hier� - zegt Jezus � ga hier zitten�. Hij neemt er drie met zich mee en zegt hen : �Ik ben dodelijk bedroefd, blijf hier en blijf wakker �. Ze zien hoe Hij zich op de grond werpt en bidt, maar als Hij weer opstaat, vindt Hij hen in slaap. Hij maakt hen wakker en begint opnieuw te bidden : even later treft Hij hen weer in slaap aan �omdat hun ogen zwaar waren en ze niet wisten wat ze Hem moesten antwoorden�. Hoe moeilijk is het om iemand die lijdt nabij te zijn ! Hier wordt de ongevoeligheid van de hoogmoedige en zelfbetrokken mens in beeld gebracht. Ze slapen, omdat ze zich niet laat wakker schudden door het woord of door de pijn van anderen.
In schril contrast met hun slaap staan de angst en de onrust van Jezus. Hij verbergt niet dat Hij bedroefd is omdat Zijn dood nadert, omdat Hij het lijden tegemoet gaat en van zijn vrienden verwijderd wordt. Het vertrouwen in de liefde van de Vader is echter sterker dan zijn schrik en bezorgdheid. Het is eigenlijk een innerlijke strijd. De droefheid en de angst worden een gebed dat deze man op dit dramatische ogenbik in staat stelt niet enkel aan zichzelf te denken, maar ook aan zijn leerlingen. Tot drie maal toe maakt Hij zich los van zijn persoonlijk drama en gaat Hij hen opzoeken. Tot drie keer toe vindt Hij hen in slaap. Uiteindelijk geeft Hij hen zijn laatste onderrichting : �Sta op! � Het is de laatste schreeuw tot mensen die slapen, die afgestompt en ongevoelig geworden zijn : sta op !
Jezus ging gewoonlijk naar Getsemane als hij in Jeruzalem was. Judas wist goed waar Hij te vinden was. Het was de plaats waar Hij zich terugtrok om te rusten, juist buiten de muren van de stad. Hier zegt Hij aan zijn leerlingen : �Ga hier zitten, terwijl Ik ga bidden�. Hij neemt Petrus, Jacobus en Johannes met zich mee. Het zijn de drie leerlingen die getuige waren geweest van de gedaanteverandering, toen ze gezien hadden hoe hun meester schitterde in een sterk licht terwijl Hij sprak met Mozes en Elia. Op de berg van de gedaanteverandering hadden ze een gelukkige ervaring beleefd. Zo hadden ze wel altijd bij Hem willen blijven. Maar deze gedaanteverandering is heel anders. Het is een anti-gedaanteverandering, omdat ze niet kunnen vatten dat God het onderspit delft. Op de berg Tabor hadden ze een stem uit de hemel gehoord die hen verkondigde dat Hij de zoon van God was. Deze eenvoudige mannen uit Galilea waren met Hem in een andere wereld binnengetreden, bijna tussen hemel en aarde, de wereld van de profeten en de rechtvaardigen. Het was een buitengewone ervaring, zoals ook wij soms op sterke ogenblikken ervaren: momenten van geloof, van gemeenschappelijk gebed, liturgie, viering, momenten van vreugde. In Getsemane gebeurt de gedaanteverandering op een heel andere manier : die meester, die zo standvastig en sereen was op vele moeilijke momenten, lijkt veranderd. Het Evangelie zegt : �Hij begon angstig en onrustig te worden�. Jezus bekent : �Ik ben dodelijk bedroefd �. Hij vraagt hun hulp en gezelschap : �Blijf hier en blijf wakker �.
Hij wil niet sterven en Hij bidt: �Alles is mogelijk voor U. Neem deze beker van mij weg �. Een mens die er zo aan toe is, is zo menselijk, zo zwak, zo gebroken dat het de leerlingen niet meer raakt. Hij jaagt hen enkel schrik aan. Misschien hebben we ons leven aan de verkeerde toevertrouwd ? Wat zal er met mij gebeuren ? Ze waren Hem gevolgd tot in Jeruzalem, soms vol overtuiging, soms twijfelend. Ze hadden naar Hem geluisterd als naar iemand die spreekt met gezag, een rustig en stevig gezag. Waar is zijn gezag nu gebleven ? Jezus ligt daar op de grond, angstig en onrustig. Hij is van zijn vrienden afhankelijk, Hij vraagt hen om bij Hem te blijven, Hem gezelschap te houden in dat bange uur. Juist op dat moment laten de zijnen Hem meer dan ooit in de steek: �Jezus vond hen in slaap�.
Daarop wendt Jezus zich tot Petrus die hem zopas nog gezegd had : �Ook al komen ze allemaal ten val, ik zeker niet�. Hij wijst hem terecht : �Simon, slaap je ? Kan je niet ��n uur wakker blijven ? � Dat is Jezus" gedaanteverandering in dit uur : plots lijkt Hij een zwak man. Zijn vrienden zijn er niet door geraakt. Hij lijkt zijn gezag verloren. Zelfs Simon luistert niet meer. Nee, als Jezus na zijn tweede gebed terugkomt, vindt Hij hem in slaap. Is dat dan het einde van zijn onderricht, van zijn affectie, van de vriendschap die de leerlingen aan hun meester bond? Ze zien dat hij geen " chef " is, niet langer een leider, maar een angstig man die in nood en afhankelijk is. De gedaanteverandering van Getsemane vult die van Tabor aan. In het duister van Getsemane ontwaren we een arme man die door de mensen wordt afgewezen en ter dood veroordeeld.
Jezus verschilt niet zo veel van een terminaal zieke. Zijn lichaam is van gedaante veranderd zoals dat van een zieke. Wanneer een mens lelijk wordt, is hij niet meer aantrekkelijk, hij wekt meer schrik dan medeleven op. In hoofdstuk 53 van de profeet Jesaja lezen we : �Geminacht en gemeden werd hij door de mensen, man van smarten, met ziekte vertrouwd, een mens die zijn gezicht voor ons verbergt, door ons geminacht en als niet de moeite waard beschouwd �. Hij doet denken aan een terminaal zieke voor wie de mensen bang zijn, omdat hij hen herinnert aan de menselijke zwakte. Hij doet denken aan een Aids-pati�nt die de mensen verafschuwen en waarvoor ze bang zijn, omdat hij hen zou kunnen besmetten. Hij lijkt op een terdoodveroordeelde, op een bejaarde die in een instelling wordt achtergelaten, en die buiten zijn naam nog maar weinig menselijks overhoudt, ... Zo'n contact vermijden we liever. We blijven graag op een veilige afstand om besmetting te vermijden. De leerlingen slapen zodat ze niets moeten voelen en zien. Jezus verandert van gedaante : deze gedaanteverandering bezegelt zijn uiteindelijke vernedering. Daarom willen ze slapen. Dan moeten ze niet meemaken hoe deze leider een man wordt die zwakker is dan de anderen, een sukkelaar, ��n van de velen, terwijl ze hun hoop op Hem hadden gesteld.


Home page

Previous page