|
V statie
Judas in de steek gelaten
Toen Judas, die Hem overleverde, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij spijt en bracht hij de dertig zilverstukken terug naar de hogepriesters en oudsten, met de woorden: 'Ik heb een misdaad begaan door onschuldig bloed over te leveren.' Maar ze zeiden: 'Wat gaat ons dat aan? Dat moet u zelf maar zien.' En hij gooide de zilverstukken in de tempel en ging zich ophangen. De hogepriesters namen de zilverstukken en zeiden: 'We mogen ze niet bij de offergave doen, omdat het bloedgeld is.' Ze besloten er het land van de pottenbakker van te kopen, om er de vreemdelingen te begraven. Daarom wordt dat land Bloedakker genoemd, tot op de dag van vandaag. Toen werd het woord vervuld dat bij monde van de profeet Jeremia gesproken is: En ze namen de dertig zilverstukken, de fraaie prijs waarop de zonen van Isra�l Hem geschat hadden, en ze gaven die voor het land van de pottenbakker, zoals de Heer mij had opgedragen.
(Mt 27, 3-10)
|
Giotto
Il patto di Giuda
|
Ook Judas krijgt spijt, zoals Petrus. 'Ik heb een misdaad begaan door onschuldig bloed over te leveren' - bekent hij aan de priesters en de oudsten. Hij geeft de dertig zilverlingen, zijn klein fortuintje, terug. Hij was misschien na�ef geweest. Hij had niet gedacht dat Jezus ter dood zou worden veroordeeld. Hij had misschien louter uit wrok gehandeld. Wrok slaat al snel om in haat. Misschien stelde hij Jezus verantwoordelijk voor het feit dat hij nu zo ver van huis was. Alles lijkt faliekant af te lopen en hij wil Jezus daarvan de schuld geven. Judas had een neus voor zaken, hij was erg op geld gesteld. Maar dan krijgt hij spijt. 'Wat gaat ons dat aan? Dat moet u zelf maar zien' - zeggen de hogepriesters en de oudsten. Hij had de Mensenzoon verraden voor dertig zilverlingen. Wie zou er ooit zo'n grote zonde kunnen vergeven? Het antwoord van de religieuze oversten veroordeelt hen zelf. Zij hebben niet het geloof van Abraham, Isaak en Jacob. Ze veroordelen de slechterik, ook al is hij door spijt gekweld: 'Dat moet u zelf maar zien'.
Jezus is in Jeruzalem gebleven. Hij wil niet vluchten voor de dood. Slechte en wanhopige mensen hebben immers nood aan goed nieuws. Aan 'Dat moet u zelf maar zien' hebben ze geen boodschap. Jezus is gebleven opdat er ten minste een haan zou zijn om de mensen wakker te maken uit hun droeve gedachten. Maar terwijl Petrus weent en de leerlingen vluchten, wordt Jezus veroordeeld. Er is niemand om iets aan Judas te zeggen. Geen woord van vergeving, de enige woorden die hij nodig had. Vergeving geeft leven.
|
|