Comunità di S.Egidio

Goede Week 2002
Kruisweg


VIII statie
De dood

De voorbijgangers lasterden Hem en zeiden hoofdschuddend: 'Jij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red jezelf als je de Zoon van God bent, en kom van het kruis af.' In diezelfde trant dreven ook de hogepriesters samen met de schriftgeleerden en oudsten de spot met Hem: 'Anderen heeft Hij gered, zichzelf kan Hij niet redden. Hij is koning van Isra�l, laat Hij dan nu van het kruis afkomen en wij zullen in Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld, laat die Hem redden, als Hij Hem mag. Hij heeft toch gezegd: Ik ben de Zoon van God.' Op diezelfde manier maakten ook de bandieten die samen met Hem gekruisigd waren beledigende opmerkingen tegen Hem. Vanaf het zesde uur viel er duisternis over heel het land, tot aan het negende uur. Rond het negende uur riep Jezus met luide stem: 'Eli, Eli, lema sabachtani?' Dat betekent: 'Mijn God, mijn God, waarom het U mij in de steek gelaten?' Sommigen die daar stonden, hoorden dat en zeiden: 'Hij roept Elia.' Meteen rende een van hen weg om een spons te halen, doopte die in wijn, stak hem op een rietstok en wilde Hem te drinken geven. Maar de anderen zeiden: 'Niet doen! Laten we eens kijken of Elia Hem komt redden.' Maar Jezus schreeuwde opnieuw luidkeels en gaf de geest. Op dat ogenblik scheurde het voorhangsel in de tempel van boven tot beneden in twee�n. De aarde beefde, de rotsen spleten uit elkaar, de graven gingen open en de lichamen van veel heiligen die ontslapen waren, werden tot leven gewekt. Toen Jezus zelf tot leven was gewekt, kwamen ze uit de graven en gingen ze naar de heilige stad, waar ze aan velen verschenen. Toen de centurio en zijn mannen bij Jezus de wacht hielden, de aardbeving zagen en wat er allemaal gebeurde, werden ze vreselijk bang. Ze zeiden: 'Werkelijk, Hij was de Zoon van God.'
(Mt 27,39-54)


Giotto
La crocifissione


Het is een eigenaardige dag met een aardbeving en vreemde verschijnselen. Het vreemdste is wel de moord op de bevrijder van de wereld. Ze gaan voor Hem staan en roepen Hem toe waarom ze Hem vermoorden, in een soort rauwe eerlijkheid. Ze hebben geen greintje respect voor dat gekruisigde lichaam, vol wonden en aan het einde van zijn krachten. 'Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red jezelf' - roepen voorbijgangers Hem toe. Ze blijven niet eens even staan en tonen geen greintje medelijden met deze halfdode man. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten van het volk zeggen: 'Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld, laat Die Hem nu bevrijden als Hij Hem mag. Hij heeft toch gezegd: Ik ben de zoon van God '. Ze zeggen ook: 'Anderen heeft Hij gered, zichzelf kan Hij niet redden '. Ze kijken op Hem neer om zijn onmacht. Hij heeft zichzelf echter niet willen redden, omdat Hij niet voor zichzelf wou leven.

Hij had uit Jeruzalem kunnen vluchten, Hij had afstand kunnen doen van zijn evangelie. Maar Hij heeft niet voor zichzelf geleefd. Hij heeft anderen gered � dat is waar. Hij heeft zieken genezen, Hij heeft mensen getroost, Hij heeft hen liefgehad, Hij heeft hen weggehaald uit hun ellende. Hij heeft voor hen geleefd, en niet voor zichzelf. Hij vertrouwde op God, zoals in de Hof van Olijven. Ook toen was Hij rustig geworden door te vertrouwen op de Vader. Maar wanneer je voor jezelf leeft, verlies je het vertrouwen in de Vader. Als je jezelf redt, ga je in op de bekoring van het kwade. Zelfs deze arme man op het kruis, die aan het einde van zijn krachten was, wordt bekoord, zoals toen in de woestijn.

Jezus is verslagen. Hij is alleen, iedereen heeft Hem in de steek gelaten. Hij is aan het sterven. Enkele vrouwen zijn Hem van op afstand gevolgd: Maria van Magdala, de moeder van Jakobus, de moeder van de zonen van Zebede�s. Alles is in diepe duisternis gehuld. Zelfs het licht in zijn ogen, die verkrampt zijn van de pijn, dooft stilaan uit. Plots wordt alles donker. Jezus schreeuwt het uit van de pijn. Het is ongeveer drie uur. 'Eli, Eli, lema sabachtani?'. Dat betekent: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij in de steek gelaten?' Het zijn de eerste woorden van psalm 22. Jezus prevelt deze psalm met zijn laatste adem.

'Jezus riep met luide stem' - zegt het evangelie. Misschien had Hij al zijn kracht in die psalm 22 gelegd, die als volgt verder gaat: 'Waarom houdt U zich ver van mijn hulpgeroep, ver van mijn gejammer? Ik roep overdag, mijn God, en U antwoordt niet, en in de nacht, maar ik vind geen rust. Iedereen die mij ziet spot en lacht met mij, gaat grijnzen en schudt zijn hoofd: hij bouwt op de Heer, die zal hem redden, die zal hem bevrijden. Hij houdt toch van hem.'

Het zijn dramatische woorden. 'Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij in de steek gelaten?' Jezus bidt deze psalm met zijn laatste krachten. Zoals zo dikwijls is er niemand om met Hem mee te bidden, om Hem te helpen de psalm tot het einde te bidden. Een van de aanwezigen begrijpt Hem verkeerd, hij denkt dat hij Elia roept. De omstanders zijn opgewonden zenuwachtig. Tot Jezus een laatste luide kreet slaakt. Het is de laatste keer dat de wereld zijn stem hoort. Zijn laatste woord is een luide kreet.

De psalm was nog niet ten einde, hij sterft op zijn lippen. Het is de psalm van de eenzaamheid. Een schreeuw tot God vanuit de diepe ellende. De psalm eindigt zo: 'Als iemand zelf niet meer leeft, dan zullen zijn nazaten Hem dienen; zij berichten over zijn heilbrengend werk aan het volk dat straks wordt geboren: dit heeft de Heer gedaan.' Deze psalm wacht vandaag nog steeds op een slot. De kreet heeft ons vandaag bereikt. De plotse stilte die volgt op de dood, is voor iedereen een vraag. Die kreet mag niet verloren gaan, het evangelie wil ontvangen worden, het kruis wil begrepen worden. Het lichaam van Jezus vol eerbied begraven, zoals rijke en vrome mensen doen, is niet genoeg, Jezus moet tot leven kunnen komen, Hij mag niet zo aan zijn eind komen. Wij moeten leven, we moeten liefhebben en geloven, opdat niemand zo nog zou sterven.

De psalm wacht op een slot. Die kreet mag niet verloren gaan. Maar zal de Heer geloof vinden, wanneer Hij op aarde terugkomt? Zal Hij iemand vinden die die kreet niet verloren liet gaan? Zal Hij iemand vinden om die psalm op te nemen?


Home page

Previous page