Comunità di S.Egidio

Goede Week 2002
Kruisweg


VII statie
Na de veroordeling

Toen namen de soldaten van de gouverneur Jezus mee naar het pretorium en haalden er heel de cohort bij. Ze trokken Hem zijn kleren uit en hingen Hem een rode mantel om; ze vlochten een krans van doorns, zetten die op zijn hoofd, gaven Hem een rietstok in de rechterhand, vielen voor Hem op de knie�n en dreven de spot met Hem door te zeggen: 'Gegroet, koning van de Joden!' En ze spuwden Hem in het gezicht, pakten de rietstok en sloegen Hem op zijn hoofd. Toen ze zo de spot met Hem gedreven hadden, namen ze Hem de mantel af en deden Hem zijn eigen kleren weer aan. Ze leidden Hem weg om Hem te kruisigen. Toen ze de stad uitgingen, kwamen ze een man uit Cyrene tegen die Simon heette. Hem dwongen ze zijn kruis te dragen. Ze kwamen bij een plaats die Golgota heet, wat Schedelveld betekent, en daar gaven ze Hem een mengsel van wijn en gal. Toen Hij geproefd had, wilde hij niet drinken. Ze kruisigden Hem en verdobbelden zijn kleren. Daar hielden ze zittend de wacht bij Hem. Boven zijn hoofd hadden ze geschreven waaraan Hij schuldig bevonden was: 'Dit is de koning van de Joden.' Tegelijk met Hem werden er twee bandieten gekruisigd, een rechts en een links van Hem.
(Mt 27,27-38)


Giotto
La via del Calvario


Na de folteringen wordt het vonnis uitgevoerd. Een zielige menigte volgt Jezus tot buiten de stad, tot op een plaats die 'Schedelveld' heet. Daar vernemen we de reden van de veroordeling: 'Dit is de koning van de Joden'. Overal ter wereld worden mensen gemarteld. We kennen hun naam niet, maar we weten dat deze harde realiteit bestaat. Misschien spreken we er liever niet over. Het is taboe, nog meer dan vroeger. Het is niet altijd hetzelfde kruis, maar er zijn veel mensen die aan het kruis sterven. Jezus heeft de weg van de mishandelden, van de veroordeelden gekozen. Hij kiest ervoor om niet te vluchten. Hij neemt geen uitweg, maar kiest de pijnlijkste en de meest vernederende weg: een weg die niemand kiest en die iedereen snel wil vergeten.

Ze kijken naar Hem, ze gaan haastig voorbij en schudden het hoofd. Vroeger had Hij zoveel te zeggen en zie Hem daar nu hangen! De hogepriesters lachen Hem uit. Als ze lachen voelen ze zich beter, zelfzekerder. Ze lachen, ze hebben gewonnen. Hoe is het mogelijk dat zo'n nietig man op het kruis de mensen zo bang kon maken? Nu hoeven ze niets meer te vrezen, ze kunnen rustig lachen: 'Kijk daar, de man die melaatsen genas'. 'Kijk daar, de man die de doden tot leven wekte en die lammen deed lopen'. En dan uitdagend: 'Hij is koning van Isra�l, laat Hij dan nu van het kruis afkomen en wij zullen in Hem geloven '. Ze slingeren Hem het woord van God naar het hoofd. 'Als God Hem niet bevrijdt, wil het zeggen dat Hij Hem niet liefheeft'. Voor hen was het kruis het einde van een nachtmerrie.

Van nu af aan zouden zij het weer voor het zeggen hebben in Jeruzalem. In de duisternis van de foltering en als terdoodveroordeelde lijkt Jezus geen perspectief meer te hebben. Maar Hij vertrouwt op de toekomst die God schenkt. Nu Hij gekruisigd wordt, kan iedereen hoofdschuddend zeggen: Hij heeft zich vergist, Hij heeft de strijd verloren. Zelfs de misdadigers die met Hem gekruisigd worden, drijven de spot met Hem. Zoals elk vernederd mens, is ook Jezus moederziel alleen op het kruis.

Er zijn mensen die er plezier in scheppen andermans leven onmogelijk te maken. Het zijn de kleine potentaten die anderen veel pijn kunnen doen en hen het leven zuur kunnen maken. Deze houding maakt veel mensen verbitterd. De soldaten zijn geen beulen. Ze zijn misschien goed voor hun eigen volk, maar met die sukkelaar hebben ze geen greintje medelijden. Voor hen zijn niet alle mensen gelijk. Het leven van Jezus, een terdoodveroordeelde, is niets waard. Jezus sterft zoals iedereen en voor iedereen, omdat elk leven de moeite waard is.

De zon gaat onder. Jezus is de zon die het leven van vele mensen heeft verlicht, Hij is het licht van de mensen. Op Goede Vrijdag, op het uur van het kruis, gaat de zon onder. Alles wordt donker. 'Er viel duisternis over het hele land'. Wanneer de zon begint onder te gaan, beseft ieder van ons hoe hij geleefd heeft tijdens de voorbije dag. Ben ik medeplichtig geweest aan het kruis en aan de zonsondergang?


Home page

Previous page